22.1 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de landschappelijke waarden;
-
de natuurlijke waarden;
-
de cultuurhistorische waarden;
-
het bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de woonsituatie;
-
de sociale veiligheid,
nadere eisen stellen aan:
-
de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
22.2 Bestaande afmetingen
Wanneer een bestaand gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde:
-
een grotere goothoogte;
-
een grotere bouwhoogte;
-
een grotere oppervlakte;
-
een grotere dakhelling;
-
een kleinere dakhelling,
heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan zal:
-
de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte;
-
de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte;
-
de oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte;
-
de dakhelling ten hoogste de bestaande dakhelling;
-
de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling,
bedragen.