HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
-
het plan:
het bestemmingsplan De Zuidlanden, plandeel Akoestisch Landschap van de gemeente Leeuwarden;
-
het bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0080.06007BP00-VG01 met de bijbehorende regels en bijlage;
-
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bestaand:
-
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
-
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
-
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
-
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
-
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
-
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
bruto-bedrijfsvloeroppervlak:
de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte inclusief magazijn- of opslagruimte en verblijfsruimten voor personeel;
-
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
-
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
-
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt aangeboden al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
-
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
-
kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een zekere dakhelling;
-
peil:
-
voor bouwwerken:
-
de hoogte van de weg N31 waar deze grenst aan het plangebied;
-
voor het bouwen van bouwwerken in, op of over het water:
-
het NAP of een ander, plaatselijk aan te houden waterpeil;
-
seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornogra-fische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
-
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
-
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
-
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
-
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
-
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
grondlichamen en andere geluidwerende voorzieningen ten behoeve van de akoestische afscherming van woningen en andere geluidgevoelige functies in het woongebied De Zuidlanden tegen verkeersgeluid ter plaatse van de aanduiding “geluidwal”,
met daaraan ondergeschikt:
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “water” in ieder geval een zodanige watergang gerealiseerd dient te worden dat deze kan dienen ten behoeve van een doorvaarbare verbinding tussen het ten noorden en ten zuiden van het plangebied gelegen deel van de Wurdumer Feart;
-
speelvoorzieningen;
-
voorzieningen voor langzaam verkeer,
met de daarbij behorende:
-
verhardingen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
In of op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
-
de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen in de vorm van bouwwerken mag niet minder dan 6 m en niet meer dan 10 m bedragen;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen;
-
binnen een afstand van 5 meter ter weerszijden van een hoofdwatergang (i.c. Wurdumerfeart en Ald Djip) geen andere bouwwerken zijn toegestaan.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
-
een goede woonsituatie;
-
de sociale veiligheid;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
het voldoen aan de vereiste eigenschappen ten behoeve van voldoende akoestische afscherming;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijkingsbevoegdheden
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
lid 3.2.1 en toestaan dat gebouwen worden gebouwd ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen en dierenverblijven tot een totale oppervlakte van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
-
3.2.2.d en toestaan dat bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd op een kortere afstand dan 5 meter ter weerszijden van een hoofdwatergang (Wurdumerfeart en Ald Djip).
3.4.2 Toetsingscriteria
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wordt uitsluitend verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
het voldoen aan de vereiste eigenschappen ten behoeve van voldoende akoestische afscherming;
-
de verkeersveiligheid;
-
de externe veiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
en voor zover het betreft de afwijkingsbevoegdheidals genoemd in artikel 3.4.1 onder b:
-
vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder van de beteffende hoofdwatergang (Wurdumerfeart en Ald Djip).
3.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt tevens de volgende regel:
-
om als zodanig te kunnen dienen, moeten de voorzieningen ten behoeve van akoestische afscherming voldoen aan het vereiste dat een zodanige afscherming wordt geboden dat de geluidgevoelige functies ten behoeve waarvan de voorzieningen worden aangelegd een geluidsbelasting ervaren van ten hoogste 48 dB.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ter plaatse van de aanduiding “geluidwal”, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist voor:
-
het ophogen en afgraven van gronden;
-
het aanbrengen van verhardingen;
-
het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting.
3.6.2 Uitzondering
Het bepaalde in lid 3.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
3.6.3 Voorwaarden
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de uit te voeren werken of werkzaamheden de akoestisch afschermende werking van de gronden ter plaatse van de aanduiding “geluidwal” niet wordt aangetast.
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
horeca;
-
wellnesscentrum;
-
een speelhal als ondergeschikt onderdeel van de hotelactiviteiten;
-
recreatief medegebruik;
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
bij deze bestemmingen behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, terrassen, nutsvoorzieningen, fiets- en wandelpaden en water- en waterhuishoudkundige voorzieningen,
met de daarbij behorende:
-
terreinen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de totale oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 1.500 m²;
-
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
-
de bouwhoogte van (licht)masten mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
de bouwhoogte van maximaal 1 reclamemast ten behoeve van het ter plaatse te vestigen horecabedrijf mag niet meer bedragen dan 25 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
-
een goede woonsituatie;
-
de sociale veiligheid;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
een goede milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
-
de bruto-bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van de horecafunctie mag niet meer bedragen dan 15.000 m²;
-
er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden voor de opslag van schroot-, afbraak en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
-
het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
-
het storten van puin en afvalstoffen;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
-
het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
7.1 Afwijkingsbevoegdheden
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
de bestemmingsgrenzen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 12 m;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30 m;
-
de bestemmingsregels en toestaan antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie op of aan een bouwwerk, wordt gebouwd, mits de bouwhoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet van de antenne-installatie, niet meer dan 5 m bedraagt;
-
het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak, bestemmingsvlak c.q. maatvoeringsvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak, bestemmingsvlak c.q. maatvoeringsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
-
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
-
gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
-
erkers over maximaal 80% van de breedte van de gevel van het woonhuis waaraan wordt gebouwd;
-
ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen,
mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden;
-
de bestemmingsregels voor de (ver)bouw van kleinschalige (openbare) voorzieningen ten behoeve van detailhandel, sport, recreatie of cultuur, zoals kleedgebouwtje, dug-outs, paviljoens, kiosken, dierenverblijven, kunstobjecten en toiletgebouwtjes, mits:
-
de brutovloeroppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt;
-
de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt;
-
de bestemmingsregels voor de (ver)bouw van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en/of de telecommunicatie, mits:
-
de brutovloeroppervlakte niet meer dan 100 m² bedraagt;
-
de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt.
7.2 Toetsingscriteria
De in lid 7.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
de parkeercapaciteit;
-
het waterbeheer;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeerssituatie;
-
archeologie;
-
cultuurhistorie;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
aspecten die verband houden met externe veiligheid en brandveiligheid;
-
de hoogtebeperkingen die voortvloeien uit de geldende luchtvaartwet- en regelgeving in verband met de vliegbasis Leeuwarden, of andere in het gebied aanwezige hoogtebeperkingen.
Artikel 8 Overige regels
8.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
-
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
-
de ruimte tussen bouwwerken.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan De Zuidlanden, plandeel Akoestisch Landschap”.
![buttons](http://www.bugelhajema.nl/template2010/images/buttons.jpg)