De voor ‘Kantoor –
a kantoren;
b voorzieningen voor verkeer en verblijf;
c bij deze bestemmingen behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, fiets- en wandelpaden en water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van gebouwen mag niet minder
bedragen dan
b
De afstand tussen gebouwen mag niet minder
bedragen dan
c
De afstand tussen de naastgelegen openbare weg
en de naar die openbare weg gekeerde gevel van een gebouw mag niet minder
bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van (licht)masten mag niet meer
bedragen dan
c
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats van de in lid 7.2.1 onder c genoemde gevel.
Met betrekking tot het gebruik van gronden
en bouwwerken geldt tevens de regel dat de totale bedrijfsvloeroppervlakte voor
kantoren niet meer mag bedragen dan 10.000 m²,
met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per gebouw niet minder mag
bedragen dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
a
lid 7.4 en toestaan dat de totale
bedrijfsvloeroppervlakte voor kantoren mag worden verruimd tot