De voor ‘Woongebied
–
a wonen;
b aan-huis-verbonden beroep of bedrijven, zoals vermeld in de als bijlage bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijven;
met daarbij behorende:
c tuinen en erven;
d groenvoorzieningen;
e parkeer- en speelvoorzieningen;
f openbare nutsvoorzieningen;
g water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
h woonstraten;
i voet- en fietspaden.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
a
De breedte van een bouwperceel mag niet minder
bedragen dan
b
De afstand van een woning tot een naar de weg
gekeerde perceelsgrens mag niet minder bedragen dan
c
De diepte van een woning mag niet meer bedragen
dan
d
De oppervlakte van een woning mag niet meer
bedragen dan
e
De bouwhoogte van een woning mag niet meer
bedragen dan
f De dakhelling van een woning mag niet minder bedragen dan 45°.
g De dakhelling van een woning mag niet meer bedragen dan 75°.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
a
De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende
bouwwerken per woning mag niet meer bedragen dan
b
De goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag
niet meer bedragen dan
c De dakhelling van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 75°.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
a de plaats van de in de lid 13.2.1 onder b genoemde gebouwen, binnen de in deze bepaling genoemde minimale en maximale afstanden;
b de minimale en maximale breedte, respectievelijk diepte, respectievelijk oppervlakte, respectievelijk goot- en bouwhoogte en dakhelling van de in lid, 13.2.1 en 13.2.3 genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
ten behoeve van:
1 de woonsituatie;
2 het straat- en bebouwingsbeeld;
3 de verkeersveiligheid;
4 de sociale veiligheid;
5 de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
a lid 13.2.1 onder f voor het verlagen van de dakhelling tot 0°;
b
lid 13.2.2 onder a voor het verhogen van de maximale
gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken binnen het bouwperceel
waarvan het bestemmingsonderdeel uitmaakt, tot een gezamenlijk oppervlak van
niet meer dan
100 m², met dien verstande dat:
1 de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken gezamenlijk niet meer mag bedragen dan 50 % van de oppervlakte van het bouwperceel waarvan het bestemmingsonderdeel uitmaakt voor zover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het (de) verlengde(n) daarvan en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw;
2 de omgevingsvergunning geen onevenredige aantasting oplevert van het straat- en bebouwingsbeeld, de stedenbouwkundige structuur van het gebied, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
a Voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf zijn uitsluitend bedrijven toegestaan zoals genoemd in de Lijst van Bedrijven in de bijlage, met dien verstande dat niet in de lijst genoemde bedrijven, die naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de genoemde bedrijven ook zijn toegestaan.