Artikel 21 Anti–dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 22 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
Artikel 23 Algemene aanduidingsregels
23.1 Gebiedsaanduiding “vrijwaringzone – waterweg”
De gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – waterweg” zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens aangeduid voor het tegengaan van het bouwen zonder ontheffing van het bevoegd gezag van de Provincie Fryslân op grond van de Provinciale Vaarwegenverordening Friesland.
23.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag van de Provincie Fryslân kan op grond van de Provinciale Vaarwegenverordening Friesland ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 23.1.2 en toestaan dat er bouwwerken worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – waterweg”, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - onbebouwd” in het geheel niet mogen worden bebouwd ten behoeve van het beheer en onderhoud van de hoofdwatergang de Nije Swemmer.
Artikel 24 Algemene afwijkingsregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages. Teneinde deze bij de definitieve uitmeting van het plan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen of aanduidingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 25 m mag bedragen;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 15 m bedraagt.
-
De onder a. bedoelde afwijkingen bij omgevingsvergunning mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
Artikel 25 Algemene wijzigingsregels
-
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
-
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wrozone – wijzigingsgebied 1” wijzigen ten behoeve van het realiseren van kleinschalige dag- en verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan ecologisch onderzoek dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan archeologisch onderzoek dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan onderzoek naar de luchtkwaliteit dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan een watertoets heeft plaatsgevonden, waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
-
er dagrecreatie en verblijfsrecreatie is toegestaan;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan voldoende aandacht is besteed aan een goede stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de recreatieve ontwikkeling;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan is aangetoond dat de recreatieve ontwikkeling is gecombineerd met de aanleg van nieuwe natuur- en landschapselementen in de verhouding 1:1;
-
er aan de kleinschalige dag- en verblijfsrecreatie ondergeschikte horeca is toegestaan waarvoor een gebouw tot een gezamenlijk maximum oppervlak van niet meer dan 250 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 3,5 m mag worden gebouwd;
-
er ten hoogste één dienstwoning mag worden gebouwd, mits:
-
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m respectievelijk 9,5 m;
-
de oppervlakte een dienstwoning niet meer bedraagt dan 150 m²;
-
bij dienstwoningen ondergeschikte bebouwing mag worden gebouwd;
-
er ten behoeve van de verblijfsrecreatie recreatieverblijven zijn toegestaan, mits:
-
het hoogwaardige recreatieverblijven betreft;
-
de hoogwaardige recreatieverblijven goed landschappelijk zijn ingepast;
-
het aantal hoogwaardige recreatieverblijven niet meer dan 22 bedraagt;
-
de goothoogte van hoogwaardige recreatieverblijven niet meer dan 4 m mag bedragen;
-
de bouwhoogte van hoogwaardige recreatieverblijven niet meer dan 9 m mag bedragen;
-
de gezamenlijke oppervlakte van een hoogwaardige recreatieverblijf inclusief ondergeschikte bebouwing niet meer dan 80 m² mag bedragen;
-
de hoogwaardige recreatieverblijven uitsluitend bedrijfsmatig worden geëxploiteerd;
-
er geen (overige) kampeermiddelen op de gronden zijn toegestaan;
-
recreatieverblijven niet mogen worden gebruikt ten behoeve van permanente bewoning;
-
na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 12 voor het overige van overeenkomstige toepassing zijn.
-
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemmingen wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Tuin’, ‘Wonen - 1’, het opnemen van een bouwvlak en het opnemen van de aanduiding “erf” op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 6”, met dien verstande dat:
-
er niet meer dan 1 woning mag worden gerealiseerd;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan ecologisch onderzoek dient plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het wijzigingsplan;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan een watertoets heeft plaatsgevonden;
-
na het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 18 van overeenkomstige toepassing zijn.
-
De onder b en c bedoelde wijzigingsbevoegdheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
-
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is de in artikel 26 genoemde procedure van toepassing.
Artikel 26 Algemene procedureregels
26.1 Procedureregels nadere eisen
-
Een ontwerp-besluit tot nadere eisen waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 2 weken ter secretarie ter inzage.
-
Het college van Burgemeester en Wethouders maakt de terinzagelegging te voren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze bekend.
-
De bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen voor een ieder.
-
Gedurende de in lid a genoemde termijn kan een ieder bij het College van Burgemeester en Wethouders mondeling en schriftelijk zienswijzen indienen tegen het ontwerp-besluit.
26.2 Procedureregels afwijkingsregels
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
26.3 Procedureregels wijzigingsregels
Op de voorbereiding van een wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.
Artikel 27 Overige regels
De Algemeen Plaatselijke Verordening
Middels de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gestreefd naar behoud van de bomen in en rond het dorp.
Waterschap
Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het waterschap.
Ontgrondingenverordening Friesland
In alle bestemmingen zijn de voor de realisering noodzakelijke ontgrondingen begrepen.
Beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfswoningen en
dienstwoningen
Bij bedrijfs- en dienstwoningen is een beroep/bedrijf aan huis zoals genoemd in de bijlage 2 ‘Lijst van toegestane beroepen en bedrijven aan huis’ toegestaan.
De uitoefening van een beroep/bedrijf aan huis is uitsluitend toegestaan voorzover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat:
-
de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
-
uitsluitend zeer beperkte reclame-uitingen zijn toegestaan;
-
parkeren op eigen erf moet plaatsvinden;
-
geen sprake mag zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking;
-
bij het hebben van een webwinkel de levering van producten (inkoop en verkoop) bij niet thuis plaatsvindt maar wordt verzorgd via post/koe-rier;
-
geen buitenopslag van goederen plaats mag vinden;
-
de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep/bedrijf aan huis, voor zover de oppervlakte hiervan niet meer dan 50% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met het oppervlak van aan het hoofdgebouw gebouwde ondergeschikte gebouwen bedraagt, met een maximum van 45 m².
Vrijstaande onderschikte gebouwen mogen niet worden gebruikt (of laten gebruiken) voor een beroep/bedrijf aan huis, met uitzondering van het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande onderschikte gebouwen voor een beroep/ bedrijf aan huis ten behoeve van opslag.