Artikel 20 Anti–dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 9 van deze regels;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
Artikel 22 Algemene afwijkingsregels
-
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages. Teneinde deze bij de definitieve uitmeting van het plan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen of aanduidingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 25 m mag bedragen;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 15 m bedraagt.
-
De onder a. bedoelde afwijkingen bij omgevingsvergunning mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
-
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
-
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is de in artikel 24 genoemde procedure van toepassing.
Artikel 24 Algemene procedureregels
24.1 Procedureregels nadere eisen
-
Een ontwerpbesluit tot nadere eisen waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 2 weken ter secretarie ter inzage.
-
Het college van Burgemeester en Wethouders maakt de terinzagelegging te voren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze bekend.
-
De bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen voor een ieder.
-
Gedurende de in lid a genoemde termijn kan een ieder bij het College van Burgemeester en Wethouders mondeling en schriftelijk zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.
24.2 Procedureregels afwijkingsregels
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
24.3 Procedureregels wijzigingsregels
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.
Artikel 25 Overige regels
De Algemeen Plaatselijke Verordening
Middels de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gestreefd naar behoud van de bomen in en rond het dorp.
Waterschap
Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het waterschap.
Ontgrondingenverordening Friesland
In alle bestemmingen zijn de voor de realisering noodzakelijke ontgrondingen begrepen.
Beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfswoningen en dienst- woningen
De uitoefening van een beroep/bedrijf aan huis bij bedrijfs- of dienstwoningen is uitsluitend toegestaan voor-zover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat:
-
de woonfunctie van de bedrijfs- of dienstwoning in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
-
uitsluitend zeer beperkte reclame-uitingen zijn toegestaan;
-
parkeren op eigen erf moet plaatsvinden;
-
geen sprake mag zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieks-aantrekkende werking;
-
bij het hebben van een webwinkel de levering van producten (inkoop en verkoop) niet thuis plaatsvindt, maar wordt verzorgd via post/koerier;
-
geen buitenopslag van goederen plaats mag vinden;
-
de bedrijfs- of dienstwoning mag worden gecombineerd met een beroep/ bedrijf aan huis, tot een maximum van 45 m²;
-
vrijstaande onderschikte gebouwen bij bedrijfs- of dienstwoningen voor een beroep/ bedrijf aan huis, met uitzondering van het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande onderschikte gebouwen bij bedrijfs- of dienstwoningen voor een beroep/bedrijf aan huis ten behoeve van opslag.