Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
-
het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van straten onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
de bestemming(en) ‘Bedrijf’ en/of ‘Maatschappelijk’ wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Wonen – 1’, ‘Wonen – 2’ of ‘Wonen – 3’ met dien verstande dat:
-
na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van respectievelijk artikel 14, 15 en 16 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
de geluidbelasting van de geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
-
de woonfunctie ondergebracht wordt in de voormalige bedrijfswoning, dan wel een aanwezig voormalig boerderijpand;
-
een aanwezig voormalig boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvorm als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm wor-den gehandhaafd;
-
-
de bestemming ‘Bedrijf’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Maatschappelijk’, met dien verstande dat:
-
na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 4 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
de geluidbelasting van de geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde.
-
-
de bestemmingen ‘Wonen – 1’, ‘Wonen – 2’ of ‘Wonen – 3’ wordt gewijzigd en een nieuw bestemmingsvlak ‘Wonen – 1’ of ‘Wonen – 2’ wordt toegekend, mits:
-
na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van de artikelen 14, 15 en 16 van toepassing zijn;
-
de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde;
-
er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;
-
deze wijzigingsbevoegdheid alleen wordt toegepast op percelen of delen daarvan waarbij de afstand tussen twee bouwvlakken niet meer bedraagt dan 30,00 m.
-