Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht, in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de inhouds- en oppervlaktematen voor de hoofd- en bedrijfsgebouwen;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 10,00 m mag bedragen;
-
het bepaalde in het plan voor de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
-
deze vergroting niet meer bedraagt dan 10,00 m² per plaatselijke verhoging;
-
de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
-
de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte bedraagt van het betreffende gebouw;
-
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat ten behoeve van het kamperen bij woningen en (agrarische) bedrijven, gebouwtjes ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits:
-
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per kampeerterrein ten hoogste 50,00 m² zal bedragen;
-
de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3,50 m zal bedragen;
-
tevens de in artikel 24, lid 24.2, genoemde omgevingsvergunning is verleend;
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden;
-
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat de gronden en gebouwen waarop krachtens de regels van dit bestemmingsplan de uitoefening van detailhandel en/ of horeca niet is toegestaan, worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel en/of horeca, mits:
-
deze detailhandel en/ of horeca plaatsvindt op een kampeerterrein zoals bedoeld in artikel 24, lid 24.1, sub a;
-
de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken en gronden die voor de uitoefening van detailhandel en/ of horeca worden gebruikt, niet meer bedraagt dan 50,00 m², met dien verstande dat de oppervlakte van bouwwerken en gronden die worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel niet meer bedraagt dan 25,00 m²;
-
de functie geen onevenredige invloed heeft op het winkelapparaat in de diverse kernen;
-
tevens de in artikel 24, lid 24.2, genoemde omgevingsvergunning is verleend voor het desbetreffende kampeerterrein;
-
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15,00 m mag bedragen en voor een antenne voor telecommunicatie tot een bouwhoogte van 40,00 m in het geval van ‘site – sharing’;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100,00 m³ bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15,00 m bedraagt.
-