HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
-
het plan:
het bestemmingsplan “Heerenveen - Akkersplein” van de gemeente Heerenveen;
-
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0074.BPNAkkersplein-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
-
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
autonome nachthoreca
een horecabedrijf dat vooral is gericht op het s avonds en/of' s nachts verstrekken van dranken aan op het bedrijf zelf afkomende bezoekers, zoals een bar-/dancing een discotheek en een naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
-
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bebouwingspercentage:
een op de plankaart of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
-
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
-
beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
-
bestaand:
het moment ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
-
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
-
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
-
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
-
detailhandel:
bedrijf of instelling dat in hoofdzaak een winkelkarakter heeft en daarbinnen passende diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, makelaars, videotheken, banken, reis- en uitzendbureaus e.d.;
-
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
-
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvin den van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
-
geluidsbelasting vanwege wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
-
gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
-
hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een perceel kan worden aangemerkt;
-
horecabedrijf- en/of instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
-
kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
-
kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
-
lessenaarsdak:
dak met één hellend, niet onderbroken dakvlak;
-
nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
-
overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
-
peil:
indien op het land wordt gebouwd:
-
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien op of in het water wordt gebouwd:
-
-
de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
-
-
perceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
perceelgrens:
de grens van een perceel;
-
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
-
risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
-
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
supermarkt:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door haar indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor een zelfbedieningswinkel in levensmiddelen- en huishoudelijke producten;
-
verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) ruimte ten behoeve van de detailhandel of horeca.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
-
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
-
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
-
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
-
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
-
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
-
de horizontale diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren).
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf – Nutsvoorzieningen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf – Nutsvoorzieningen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
gebouwen ten behoeve van:
-
het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen;
-
naar de aard aan de onder 1 genoemde gebouwen gelijk te stellen gebouwen,
-
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen,
met de daarbij behorende:
-
terreinen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven goot- en bouwhoogte.
3.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5,00 m.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 4 Detailhandel
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
gebouwen ten behoeve van:
-
detailhandelsbedrijven, mits de detailhandel geen afbreuk doet aan de verzorgingsfunctie van het kernwinkelgebied van Heerenveen en de detailhandel qua schaal en verzorgingsfunctie aansluit bij de aard en schaal van het wijkwinkelcentrum;
-
dienstverlenende bedrijven;
-
een horecabedrijf,
-
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
water;
-
nutsvoorzieningen,
met de daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen;
-
tuinen, erven en terreinen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Voor het bouwen van de in lid 4.1, sub a, genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven goot- en bouwhoogte.
4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voorzover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw danwel het verlengde daarvan, niet meer bedragen dan 2,00 m²;
-
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, danwel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2,00 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5,00 m.
4.2.3 Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken kan uitsluitend worden verleend wanneer de beplanting, zoals weergegeven in figuur 2 en figuur 3 van de plantoelichting is gerealiseerd, dan wel dat de realisatie van de beplanting krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning voldoende is verzekerd.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor supermarkt(en) waarbij de (gezamenlijke) verkoopvloeroppervlakte van de supermarkt(en) meer bedraagt dan 1.500,00 m2 ;
-
het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor horeca, niet zijnde autonome nachthoreca, waarbij de (gezamenlijke) bedrijfsvloeroppervlakte van de horeca meer bedraagt dan 150,00 m2 ;
-
het gebruiken en laten gebruiken van de gronden ten behoeve van detailhandel zonder dat 79 parkeerplaatsen op eigen erf zijn gerealiseerd.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
4.5.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
het verwijderen van bomen, heesters en/of struiken.
4.5.2. Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.5.3. De in lid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat het bouwvlak kan worden gewijzigd ten behoeve van detailhandel, met dien verstande dat:
-
de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 3.000,00 m2;
-
parkeervoorzieningen binnen de bestemming dienen te worden gerealiseerd.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
beplanting en bebossing;
-
wegen en paden;
-
sloten en bermen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de in lid 5.1, sub b genoemde gebouwen.
5.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 5,00 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,00 m.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 6 Verkeer – Verblijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer – Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woonstraten;
-
paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “garage”;
-
een kiosken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer – kiosk”;
-
bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
-
nutsvoorzieningen;
-
sloten, bermen en beplanting,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de in lid 6.1, sub d en e genoemde gebouwen.
6.2.2 Voor het bouwen van de in lid 6.1, sub d, genoemde gebouwen geldt de volgende regel:
-
garageboxen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “garage” worden gebouwd;
-
de bouwhoogte van garageboxen mag niet meer bedragen dan 3,00 m.
6.2.3 Voor het bouwen van de in lid 6.1, sub g genoemde kiosken gelden de volgende regels:
-
een kiosk mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer – kiosk” worden gebouwd;
-
de bouwhoogte van een kiosk mag niet meer bedragen dan 3,50 m.
6.2.4 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5,00 m.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruik van de gronden als verkooppunt van motorbrandstoffen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van garageboxen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf, de bedrijfsmatige opslag van goederen daaronder begrepen.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
-
de aanduiding “specifieke vorm van verkeer – kiosk” wordt verplaatst.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de verbeelding en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:
-
ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m.
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak en/ of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden voor het storten van puin en/of afvalstoffen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het kennelijk ten verkoop stallen en opslaan van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten verkoop;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een cross- en/of wedstrijdterrein voor voer- en vaartuigen, alsmede ten behoeve van de modelvliegsport.
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht, in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 10,00 m mag bedragen;
-
het bepaalde in het plan voor de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
-
deze vergroting niet meer bedraagt dan 10,00 m² per plaatselijke verhoging;
-
de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
-
de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte bedraagt van het betreffende gebouw;
-
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100,00 m³ bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15,00 m bedraagt.
-
Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
-
het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van straten onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan Heerenveen - Akkersplein”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 11 juni 2012.
De voorzitter,
De griffier,