12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - Woonboerderij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
het hobbymatig houden van vee;
-
solitaire windturbines, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “windturbine”;
-
het behoud en herstel van de cultuurhistorische herkenbaarheid van de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – gaaf gebied”;
-
het herstel, onderhoud en ontwikkeling van natuurlijke waarden verbonden aan graslanden, vaarten, oevers, rietlanden, meren en eilanden van de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – te ontwikkelen”;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden zoals deze op de landschapskaart zijn opgenomen en zoals die in bijlage 2 van deze regels zijn beschreven;
-
de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in artikel 21, onder b aangegeven beheersgrenzen,
en voor zover de gronden zijn aangeduid met:
-
“opslag” aan Hôflân 9 te Grou tevens voor de stalling van caravans, vouwwagens, campers en boten al dan niet in combinatie met klein onderhoud,
met daaraan ondergeschikt:
-
op- en inritten en ontsluitingen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
12.2 Bouwregels
GEBOUWEN
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
het aantal woningen per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedragen, met dien verstande dat woningen uitsluitend in het hoofdgebouw van het voormalig agrarisch bedrijf gerealiseerd mogen worden;
-
op de gronden ter plaatse van de aanduiding “gevellijn” dient te voorgevel van een hoofdgebouw te worden gebouwd in de aangegeven gevellijn;
-
de oppervlakte van gebouwen mag niet meer dan de bestaande oppervlakte bedragen;
-
de goothoogte van voormalige niet-inpandige bedrijfswoningen mag niet meer dan 3,5 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande hoogte indien deze meer is;
-
de bouwhoogte van voormalige niet-inpandige bedrijfswoningen mag niet meer dan 9 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande hoogte indien deze meer is;
-
de dakhelling van voormalige niet-inpandige bedrijfswoningen mag niet minder dan 15° bedragen, dan wel ten minste het bestaande aantal graden indien dit minder is;
-
de goothoogte van voormalige bedrijfsgebouwen (inclusief inpandige bedrijfswoningen) mag niet meer dan 4,5 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande hoogte indien deze meer is;
-
de bouwhoogte van voormalige bedrijfsgebouwen (inclusief inpan-dige bedrijfswoningen) mag niet meer dan 12 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande hoogte indien deze meer is;
-
de dakhelling van voormalige inpandige bedrijfswoningen en bedrijfsgebouwen mag niet minder dan 15° bedragen, met uitzondering van een oppervlakte van maximaal 100 m², dan wel ten minste het bestaande aantal graden indien dit minder is;
-
in afwijking van het hiervoor onder 2 gestelde, is het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen uitsluitend toegestaan indien de oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning en de voormalige bedrijfsgebouwen gezamenlijk minder dan 300 m² bedraagt;
-
de gezamenlijke oppervlakte per woning van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 50 m², dan wel ten hoogste de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
-
de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 m, dan wel ten hoogste de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd indien deze meer is;
-
de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) dan wel de aangegeven gevel(s) ter plaatse van de aanduiding “gevellijn” van de voormalige bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen te worden gebouwd, met uitzondering van één aan- en uitbouw in de vorm van een serre/erker ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”.
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.3 lid 2 Besluit omgevingsrecht mogen worden gebouwd;
-
in afwijking van het bepaalde onder 1 geldt dat de bouwhoogte van bestaande windturbines niet meer mag bedragen dan de bestaande hoogte.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
nadere eisen stellen aan:
-
de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien de afstand tot de weg;
-
de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen met het oog op de ondergeschiktheid van de maatvoering aan de voormalige bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
HOGERE GOOTHOOGTE
-
het bepaalde in lid 11.2 sub a, onder 4 tot een maximum goothoogte van 6 m;
OPPERVLAKTE ONDERGESCHIKTE BEBOUWING
-
het bepaalde in lid 11.2 sub a, onder 11 tot ten hoogste 70 m², uitsluitend indien het bouwperceel groter is dan 800 m²;
OPPERVLAKTE AAN-HUIS-VERBONDEN BEROEP OF BEDRIJF DAN WEL HET HOBBYMATIG HOUDEN VAN VEE
-
het bepaalde in lid 11.2, sub a, onder 11 tot niet meer dan 150 m2 voor zover de noodzaak voor deze grotere oppervlakte kan worden aangetoond vanuit een situatie waarbij sprake is van wonen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf dan wel het hobbymatig houden van vee;
ANDERE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
-
het bepaalde in lid 11.2 sub b, onder 1, tot een maximum bouwhoogte van 3 m.
12.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken voor gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 ten behoeve van de volgende nevenactiviteiten:
-
paardenhouderij (paardenpension, geen manegeactiviteiten);
-
aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
-
niet-agrarische bedrijvigheid, mits:
-
de bedrijven zijn opgenomen in categorie 1 of 2 de Staat van Bedrijven die als bijlage 3 bij deze regels is opgenomen, alsmede bedrijven die niet in deze Staat van Bedrijven worden genoemd, maar naar aard en schaal vergelijkbaar zijn met in deze lijst genoemde bedrijven in categorie 1 of 2;
-
de bedrijven geen grote verkeersaantrekkende werking hebben;
-
de bedrijvigheid niet gepaard gaat met opslag en/of stalling buiten bedrijfsgebouwen;
-
bêd & brochje;
-
stalling en/of opslag van vaartuigen of kampeermiddelen;
-
recreatieappartementen (inpandig) met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² vloeroppervlakte per appartement;
-
boerderijwinkel ten behoeve van verkoop van ‘streekproducten’ met een netto verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
groepsaccommodatie;
-
theeschenkerij;
-
ontvangstruimten ten behoeve van maatschappelijke, zorg- en/of recreatieve activiteiten,
met dien verstande dat:
-
voornoemde activiteiten uitsluitend zijn toegestaan als nevenactiviteit bij de woonfunctie;
-
de nevenactiviteiten uitsluitend zijn toegestaan in bestaande voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, en woningen;
-
ten hoogste 1/3 deel van de voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, en woningen voor de voornoemde nevenactiviteiten mogen worden gebruikt.
12.7 Wijzigingsbevoegdheid
KAMPEERTERREIN
-
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
de bestemming wijzigen ten behoeve van de realisatie van een nieuw kampeerterrein met dien verstande dat:
-
het kampeerterrein op of in aansluiting bij het erf wordt gerealiseerd;
-
de oppervlakte van het kampeerterrein, exclusief afschermende beplanting, niet meer dan 0,75 hectare mag bedragen;
-
alvorens de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, de initiatiefnemer een beplantingsplan overlegt aan burgemeester en wethouders, dat in overeenstemming is met het bepaalde in de ‘Handleiding aanleg en onderhoud van bossingels rond bedrijven in het buitengebied van Boarnsterhim’ welke als bijlage 4 bij deze regels is opgenomen;
-
het aantal standplaatsen voor kampeermiddelen ten hoogste 25 mag bedragen;
-
er geen stacaravans of kampeerbungalows mogen worden gebouwd/ geplaatst.
-
Op een besluit tot wijziging als bedoeld in sub a is de procedure als opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.