11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
het hobbymatig houden van vee, uitsluitend in combinatie met wonen;
-
solitaire windturbines, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “windturbine”;
-
water;
-
het behoud en herstel van de cultuurhistorische herkenbaarheid van de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen - gaaf gebied”;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden zoals deze op de landschapskaart zijn opgenomen en zoals die in bijlage 2 van deze regels zijn beschreven;
-
de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in artikel 21, onder b aangegeven beheersgrenzen,
en tevens voor;
-
verblijfsrecreatie in de vorm van ten hoogste 10 standplaatsen voor kampeermiddelen en ten hoogste 5 stacaravans, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “kampeerterrein”,
met daaraan ondergeschikt:
-
water.
11.2 Bouwregels
HOOFDGEBOUWEN
-
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
het aantal woningen per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedragen dan wel niet meer dan het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;
-
de oppervlakte per hoofdgebouw mag niet meer dan 120 m2 bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
-
de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande goothoogte indien deze meer is;
-
de bouwhoogte mag niet meer dan 9 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
-
de dakhelling mag niet minder dan 30° bedragen, dan wel ten minste het bestaande aantal graden indien dit minder is;
-
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen, dan wel ten minste de bestaande afstand indien deze minder is.
AAN- EN UITBOUWEN EN BIJGEBOUWEN
-
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, waaronder botenhuizen zijn begrepen, gelden de volgende regels:
-
de goothoogte van aan- en uitbouwen en direct aansluitend aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel ten hoogste de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd indien deze meer is;
-
de goothoogte van botenhuizen mag niet meer dan 3,5 m bedragen, gemeten vanaf NAP - 0,52 m;
-
de goothoogte van overige bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en direct aansluitend aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 7 bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte in ieder geval 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van overige bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
-
de gezamenlijke oppervlakte per woning van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m², dan wel ten hoogste de bestaande oppervlakte indien deze meer is, met dien verstande dat ten hoogste 50% van achter- en zijerven mag worden bebouwd;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op ten minste 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, dan wel ten minste de bestaande afstand indien deze minder is. Wanneer sprake is van een gezamenlijk initiatief van buren, mag op de perceelsgrens worden gebouwd.
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in artikel 2.1 onder 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.3 lid 2 Besluit omgevingsrecht mogen worden gebouwd;
-
in afwijking van het bepaalde onder sub 1 geldt dat de bouwhoogte van bestaande windturbines niet meer mag bedragen dan de bestaande hoogte.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
nadere eisen stellen aan:
-
de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien de afstand tot de weg of de kant van het water minder bedraagt dan de in artikel 21 sub b en sub e genoemde afstanden;
-
de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen met het oog op de ondergeschiktheid van de maatvoering aan het hoofdgebouw.
11.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
HOGERE GOOTHOOGTE
-
het bepaalde in lid 10.2 sub a, onder 3 en/of 5 tot een maximum goothoogte van 6 m;
HOOFDGEBOUWEN OP KORTERE AFSTAND PERCEELSGRENS
-
het bepaalde in lid 10.2 sub a, onder 6 voor het bouwen op kortere afstand tot de perceelsgrens;
GROTERE OPPERVLAKTE ONDERGESCHIKTE GEBOUWEN
-
het bepaalde in lid 10.2, sub b onder 6 tot niet meer dan 150 m2 voor zover de noodzaak voor deze grotere oppervlakte kan worden aangetoond vanuit een situatie waarbij sprake is van wonen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf dan wel het hobbymatig houden van vee;
ONDERGESCHIKTE GEBOUWEN OP PERCEELGRENS
-
het bepaalde in lid 10.2 sub b, onder 7 voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
ANDERE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
-
het bepaalde in lid 10.2 sub c, onder 1, tot een maximum bouwhoogte van 3 m.
11.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven voor zover niet al bestaand.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
AAN-HUIS-VERBONDEN BEROEPEN EN BEDRIJVEN
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.5 ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven, met dien verstande dat aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven uitsluitend zijn toegestaan in gebouwen, ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en worden uitgeoefend door een bewoner van de woning, waarbij:
-
de activiteiten inpandig dienen plaats te vinden;
-
niet meer dan 40% van de oppervlakte van de begane grondvloer van bestaande gebouwen en bovendien niet meer dan 50 m2 ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven wordt gebruikt;
-
het parkeren dat met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf samenhangt, op het eigen erf plaatsvindt;
-
geen detailhandel plaats vindt met uitzondering van een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit die direct verband houdt met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.
11.7 Wijzigingsbevoegdheid
-
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
NIEUWE BOTENHUIZEN
het plan wijzigen in die zin dat nieuwe botenhuizen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
botenhuizen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen een afstand van ten hoogste 50 meter gemeten vanaf de woning ten behoeve waarvan het botenhuis wordt gebouwd;
-
de oppervlakte per botenhuis niet meer dan 60 m² mag bedragen;
-
de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen gemeten vanaf NAP - 0,52 m;
-
de dakhelling niet meer dan 30° mag bedragen.
-
Op een besluit tot wijziging als bedoeld in sub a is de procedure als opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.