9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer – Wegverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden en geluidwerende voorzieningen;
-
verlaadplaatsen voor landbouwproducten;
-
parkeer- en picknickplaatsen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
het behoud en herstel van de cultuurhistorische herkenbaarheid van de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer - gaaf gebied”;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden zoals deze op de landschapskaart zijn opgenomen en zoals die in bijlage 2 van deze regels zijn beschreven;
-
de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in artikel 21, onder b aangegeven beheersgrenzen,
met daaraan ondergeschikt:
-
water.
In de bestemming zijn de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes en dergelijke begrepen.
De bestemming voorziet, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel.
9.2 Bouwregels
GEBOUWEN OVERIGE DOELEINDEN
-
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
-
de inhoud per gebouw mag niet meer dan 50 m³ bedragen.
BOUWWERKENM, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 3 m bedragen.
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de –bereikbaarheid,
nadere eisen stellen aan:
-
de plaats en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.