HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
-
het plan:
het bestemmingsplan Overijsselsestraatweg 6a in Reduzum van de gemeente Boarnsterhim;
-
het bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0055.BPrdzmoverijsels6a-OH01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
-
de landschapskaart:
de kaart die als bijlage 1 bij de regels is opgenomen en daarvan onderdeel uitmaakt;
-
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidinggrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
ander-werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
-
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
-
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in (inpandig) of bij (niet-inpandig) een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
-
bestaand:
de legale situatie zoals die is op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt;
-
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
-
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
-
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
-
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
hobbymatig houden van vee:
agrarische bedrijfsvoering met een bedrijfsomvang minder dan 25 Nge, waarbij slecht een zeer beperkt deel van inkomsten afkomstig is uit de agrarische bedrijfsvoering;
-
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
-
kampeermiddel:
een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
-
mobiel en/of demontabel kampeermiddel:
een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een (kleinschalig) kampeerterrein gedurende ten hoogste 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
-
peil:
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
ruimtelijk beeld:
het beeld opgebouwd uit bebouwing, beplanting, water, wegen, verkavelingspatroon en andere voor het landschap van Boarnsterhim karakteristieke elementen;
-
seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
vast kampeermiddel:
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond (plaatsgebonden) en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
-
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
-
woonschip:
elk drijvend of anderszins geheel of in hoofdzaak in het water geplaatst voorwerp, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de bouwverordening der gemeente Boarnsterhim, dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
-
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
-
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
-
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
-
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
-
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bouwvlak of bestemmingsvlak:
Bij de toepassing ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken en ten aanzien van het berekenen van de bouwhoogte en oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, ge-velversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
Oppervlakte:
Overstekende daken worden bij de berekening van de oppervlakte van bouwwerken uitsluitend buiten beschouwing gelaten mits de overstekken niet breder zijn dan 0,5 m.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Transportbedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de als bijlage 3 bij deze regels behorende Staat van Bedrijven,
en tevens voor:
-
een transportbedrijf, met daaraan ondergeschikt een wasplaats en brandstofvoorziening;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden (waaronder de landschappelijke inpassing van het bedrijfserf) zoals deze zijn beschreven in de landschapskaart, in bijlage 2 van de regels beschreven gebied, paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum.
3.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
de oppervlakte van bedrijfsgebouwen (inclusief inpandige bedrijfswoningen) mag niet meer dan 408 m² bedragen;
-
de gebouwen worden gebouwd in één of twee bouwlagen met kap, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 9 m mag bedragen, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
-
het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 per bestemmingsvlak, dan wel het bestaande aantal indien dit meer is;
-
de oppervlakte van een niet-inpandige bedrijfswoning mag niet meer dan 120 m² bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat terreinafscheidingen niet hoger dan 2 m mogen bedragen.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de verkeersveiligheid,
nadere eisen stellen aan:
-
de plaats en bouwhoogte van terreinafscheidingen vóór een naar de weg gekeerde gevel, indien de bouwhoogte meer dan 1 m bedraagt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en seksinrichtingen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor het in artikel 3.1 omschreven gebruik zonder dat de gronden opgenomen in de bestemming ‘Groen’ zijn ingericht met erfbeplanting. De erfbeplanting dient gerealiseerd te zijn zoals bedoeld in lid 3.1, onder c. De voorwaardelijke verplichting is niet van toepassing op bestaand legaal gebruik;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor het in artikel 3.1 omschreven gebruik zonder dat de gronden opgenomen in de bestemming ‘Groen’ zijn behouden dan wel hersteld met erfbeplanting zoals bedoeld in lid 3.1, onder c. De voorwaardelijke verplichting is niet van toepassing op bestaand legaal gebruik.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de verkeersveiligheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van bedrijven welke in de bijlage 3 opgenomen Staat van Bedrijven niet zijn genoemd, dan wel bedrijven die worden genoemd in categorie 3.1, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
water;
-
de realisatie van de landschappelijke inpassing, zoals deze is beschreven in paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden (waaronder de landschappelijke inpassing van het bedrijfserf) zoals deze zijn beschreven in de landschapskaart, in bijlage 2 van de regels beschreven gebied, paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum.
4.2 Bouwregels
Op of in de gronden mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag kan, voor de hierna onderscheiden gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het kappen of rooien van singelbeplanting (bomen en struiken) en andere hoogopgaande beplanting.
-
De bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
die in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerking treden van het plan;
-
mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden.
-
De bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de natuurlijke en landschappelijke waarden zoals deze zijn beschreven in de landschapskaart, in bijlage 2 van de regels beschreven gebied, paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum.
Artikel 5 Tuin
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
-
water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden (waaronder de landschappelijke inpassing van het bedrijfserf) zoals deze zijn beschreven in de landschapskaart, in bijlage 2 van de regels beschreven gebied, paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
erven;
-
parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
-
op of in de voor ‘Tuin’ aangewezen gronden mogen uitsluitend bouw-werken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
indien bouwwerken, geen gebouwen zijnde vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd, mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen;
-
in overige gevallen mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m bedragen.
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
water en oeverstroken, met een functie voor de waterrecreatie, de natuur en de waterhuishouding;
-
voorzieningen ten behoeve van de bediening van kunstwerken;
-
dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend in de vorm van parkeer- en picknickvoorzieningen, visplaatsen, aanlegplaatsen en naar de aard daarmee gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
agrarisch medegebruik van kaden en oeverstroken;
-
het behoud en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden (waaronder de landschappelijke inpassing van het bedrijfserf) zoals deze zijn beschreven in de landschapskaart, in bijlage 2 van de regels beschreven gebied, paragraaf 2.3 van de toelichting en de losse bijlage bij de toelichting Rapport Landschappelijke inpassing uitbreiding transportbedrijf Bakker te Reduzum.
6.2 Bouwregels
-
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte voor bouwwerken anders dan ten behoeve van de geleiding, regeling beveiliging van het verkeer, mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
er mogen geen steigers en walbeschoeiingen worden gebouwd.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de ecologische kwaliteit;
-
de archeologische kwaliteit;
-
de bergingscapaciteit van het oppervlaktewater,
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2, sub b, onder 2 voor de bouw van een steiger of een walbeschoeiing.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van een ligoever voor een recreatief woonschip.
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag kan, voor de hierna onderscheiden gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het realiseren van aanleggelegenheid;
-
het aanbrengen van walbeschoeiing en het aanleggen van verhardingen;
-
het graven van een nieuwe watergang (opvaart).
-
De sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
die in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerking treden van het plan;
-
mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden.
-
De sub a bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de verkeersveiligheid;
-
de ecologische kwaliteit.
-
De sub a, onder 3 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien bovendien:
-
de watergang niet langer wordt dan 50 m gerekend vanaf de bestaande oever op het niveau van het wateroppervlak;
-
de watergang aansluit op de boezem en wordt beëindigd op het erf van een woning, woonboerderij, agrarisch bedrijf of niet-agrarisch bedrijf;
-
het waterschap toestemming heeft verleend.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met dit plan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen. In ieder geval de volgende gebruiksvormen worden als strijdig gebruik aangemerkt:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het ruimtelijk beeld van een op de landschapskaart aangegeven en in bijlage 2 van de regels beschreven gebied;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie;
-
externe veiligheid;
-
de verkeersveiligheid en de -bereikbaarheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 m bedraagt.
Artikel 10 Overige regels - Afstemming
-
Algemene Plaatselijke Verordening:
Middels de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gestreefd naar het behoud van erfbeplantingen.
-
Verordeningen ten aanzien van aanleggen en ligplaats innemen van vaartuigen:
De aanwezigheid van aanlegplaatsen en ligplaatsen is in algemene zin in de daarvoor in aanmerking komende bestemmingen begrepen; de regeling ten aanzien van plaats, tijdsduur en dergelijke wordt nader bepaald in gemeentelijke verordeningen.
-
Waterschap:
Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het waterschap. De keur van het waterschap is onverminderd van toepassing.
-
Welstand:
De toetsing van bouwplannen, in het kader van het omgevingsvergunningenbeleid voor het bouwen, dient plaats te vinden op basis van voor dit gebied geldende welstandscriteria zoals die door de raad zijn vastgesteld.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan Overijsselsestraatweg 6a in Reduzum”.