3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven uit categorie 1 en 2 uit de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen ‘Staat van Bedrijven’,
en tevens voor:
-
ligplaatsen en aanlegvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen, met dien verstande dat op de gronden ter plaatse van de aanduiding “groen” ten minste 75% als zodanig dient te worden ingericht;
-
water en oeverstroken.
De ten behoeve van de bedrijven benodigde parkeerruimte dient op eigen terrein te worden gerealiseerd.
De verhuur van ligplaatsen aan derden is uitsluitend toegestaan als onderdeel van de totale bedrijfsvoering van de onder a genoemde bedrijven.
Onder de bedrijfsactiviteiten is detailhandel uitsluitend begrepen voor zover deze is aan te merken als watersportgebonden detailhandel.
In deze bestemming zijn risicovolle inrichtingen, geluidzoneringsplichtige inrichtingen en seksinrichtingen niet begrepen.
3.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
1. gebouwen, met uitzondering van bedrijfswoningen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
2. het bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 7,50 m;
4. de dakhelling van gebouwen bedraagt niet meer dan 30°;
5. per bedrijf mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd;
6. het totale aantal bedrijfswoningen in de bestemming mag niet meer dan 5 bedragen;
7. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 11 m bedragen;
8. de oppervlakte van een bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 100 m²;
9. bedrijfswoningen mogen uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” te worden gebouwd;
10. bedrijfswoningen dienen ondergeschikt te zijn aan de bedrijfsbebouwing, waarbij de inhoud van de bedrijfswoning kleiner dient te zijn dan die van de bedrijfsgebouwen.
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
1. de inhoud van een gebouw bedraagt niet meer dan 50 m³;
2. de bouwhoogte van een gebouw bedraagt niet meer dan 3 m.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van hijswerktuigen ten hoogste 10 m bedraagt.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijven;
-
het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan bedoeld in lid 3.1;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor permanente dan wel recreatieve bewoning van woonschepen.
3.4 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 en lid 3.3 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van Bedrijven onder de categorieën 1 en 2,
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid.