22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'waarde - beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en zo mogelijk de versterking van de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht Garnwerd, zoals beschreven in de bij deze regels behorende 'toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Garnwerd als beschermd dorpsgezicht' d.d. januari 1988.
De specifieke ruimtelijke kenmerken van de gronden die zijn aangewezen als beschermd dorpsgezicht zijn:
1. De parallel aan elkaar en loodrecht op het Reitdiep lopende Burgemeester Brouwersstraat en Hunzeweg (waartussen zich afwisselend bebouwing en (moes)tuinen bevinden), met hun karakteristieke verschillen.
Kenmerkend voor de Burgemeester Brouwersstraat zijn:
- Het beeld van een traditionele dorpsstraat (kleinschalig, een vergaande eenheid in architectuur en situering, gebruik van traditionele bouw- en bestratingsmaterialen, een zorgvuldige detaillering van overgangen van privé gebied naar openbaar gebied, woningen met een duidelijk gezicht naar de straat);
- Het verschil tussen het extreem smalle en steenachtige middeldeel (klinkerbestrating van gevel tot gevel, beslotenheid door aaneengesloten gevels en visuele begrenzing aan de uiteinden), het iets ruimere profiel van het oostelijke uiteinde, dat oploopt tegen de dijk (klinkerbestrating van gevel tot gevel, open ruimten tussen de bebouwing, die een uitzicht geven op de moestuinen naast en achter de woningen) en het westelijke deel (groen karakter, waarin kerkhof en tuinen het straatbeeld bepalen, de ten opzichte van de lage langgerekte bebouwing elders in de straat afwijkende architectuur van de kerk, pastorie en boerderij);
- De verspringing in het lengteprofiel ter hoogte van de Oostgang;
- Doorzichten tussen de bebouwing door, met name aan de noordzijde van de straat.
Kenmerkend voor de Hunzeweg zijn:
- De profilering als doorgaande weg (vrij breed, geasfalteerd, geen afzonderlijke stoepranden, met heggen afgeschermde voortuinen);
- Enkele bijzondere punten, zoals de westelijke bocht, waar de weg het dorp binnenkomt, de verspringing in het lengteprofiel ter hoogte van de kerk in combinatie met de grote open ruimte tegenover de kerk en de afbuiging van de weg voor de molen 'De Meeuw'.
2. De verbinding tussen de Burgemeester Brouwersstraat en de Hunzeweg door een tweetal smalle gangen (de Oostgang en het Gangetje). Kenmerkend voor deze gangen is dat ze deels bebouwd zijn en deels uitzicht geven op de (moes)tuinen.
3. De oostelijke uiteinden van de twee structurerende wegen (Burgemeester Brouwersstraat en Hunzeweg), waar telkens bijzondere bebouwing bovenop de dijk het raakpunt met het Reitdiep markeert.
4. De bebouwingsstructuur van de Renteniersgang. Deze structuur is een relict van de vroegere verbinding over het Aduarderdiep en stamt uit de tijd van voor de rechttrekking van het Reitdiep. De aanwezige bebouwing is medebepalend voor het zuidelijke dorpssilhouet.
5. De bebouwingsreeks langs de Hanekamp, achter de Dijk. Deze reeks is met name bepalend voor het silhouet van het dorp, doordat op dit punt het hoogteverschil langs de afgegraven wierderand zichtbaar wordt.
22.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.2.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
a. het aanleggen, verbreden, verleggen of verharden van wegen en paden;
b. het aanbrengen c.q. wijzigen van oppervlakteverhardingen in de openbare ruimte;
c. het planten en verwijderen van bomen en opgaande beplanting buiten bouwpercelen;
d. het ophogen en egaliseren van gronden;
e. het ontgronden en afgraven van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur.
22.2.2 Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 22.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
c. graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
22.2.3 Voorwaarden
De in lid 22.2.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan in lid 22.1 genoemde ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied.
22.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Bij de beslissing door burgemeester en wethouders omtrent de verlening van een sloopvergunning op grond van artikel 2.1, sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt het toetsingscriterium in acht genomen dat door het slopen, dan wel door de hiervan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de dorpskarakteristiek van Garnwerd, waarvan de kenmerkende elementen zijn beschreven in lid 21.2 van dit artikel, niet onevenredig wordt aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen met het slopen worden gediend.