26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘waarde – cultuurhistorie 1’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de landschappelijke en de cultuurhistorische waarden van de oude dijken, delen daarvan, dan wel restanten daarvan.
Hieronder worden het behoud en herstel van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken begrepen:
- het profiel van de oude dijken, delen daarvan, dan wel restanten daarvan;
- de met de oude dijken samenhangende landschapselementen, waaronder coupures, schotbalkloodsjes en kolken.
26.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
26.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
-
het gebruik van de dijkgronden voor houtteelt;
-
het gebruik van de dijkgronden voor boom- en fruitteelt;
-
Het diepploegen, egaliseren en afschuiven van dijkgronden;
-
het gebruik van de dijkgronden anders dan als grasland;
-
ieder gebruik dat beperkingen oplevert voor de mogelijke waterkerende functie.
26.4 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.1 en 26.3 indien:
-
aanpassing van het profiel van de oude dijk, een deel daarvan of een restant daarvan nodig is ter voorkoming van onevenredige grote hinder voor de landbouw;
-
aanpassing van het profiel van de oude dijk, een deel daarvan of een restant daarvan nodig is ter versterking van de landschappelijke of cultuurhistorische waarden.