Artikel 12 antidubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 algemene bouwregels
13.1 ondergeschikte bouwonderdelen
De bouwgrenzen en/of de bestemmingsgrenzen mogen naar de buitenzijde tot 0,50 meter worden overschreden door ondergeschikte bouwonderdelen zoals, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken.
13.2 bestaande afwijkende maatvoering en situering
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingplan, met dien verstande dat deze overschrijding destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd.
Artikel 14 algemene gebruiksregels
14.1 Verboden gebruik
Het is verboden om de grond en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken voor:
het gebruik van een bijgebouw voor zelfstandige bewoning,
het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep en bedrijfsuitoefening aan huis;
het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
prostitutie;
het gebruik van de gronden en bouwwerken strijdig met de parkeernomen, overeenkomstig de bijlage ‘Notitie toepassing parkeernormen’;
andere doeleinden dan waarvoor bij omgevingsvergunning is afgeweken van dit plan.
14.2 Afwijking parkeernormen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.1 onder e indien in de nabije omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn of kunnen worden gerealiseerd, overeenkomstig de regels ten aanzien van parkeren zoals opgenomen in de bijlage ‘Notitie toepassing parkeernormen’.
14.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening voor parkeren
De voorschriften van de Bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren, artikel 2.5.30, blijven overeenkomstig het gesteld in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing
Artikel 15 algemene aanduidingsregels
Wro-zone - wijzigingsgebied - 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigingen ter plaatse van de aanduiding ‘Wro-zone - wijzigingsgebied’ in de bestemmingen Bedrijventerrein, Groen en Verkeer - 2, met in achtneming van het volgende regels:
bedrijven zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief horeca in de categorieën 1 en 2;
de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 8 meter;
de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 13 meter;
het gezamenlijk grondoppervlak van de bebouwing bedraagt maximaal 1.350 m²;
de bebouwing op minstens 50 m afstand van de dichtstbijzijnde woningen en woonschepen is gelegen;
maximaal één bedrijfswoning is toegestaan mits voldaan wordt aan de bepaling in de Wet geluidhinder dat de gevelbelasting als gevolg van verkeerslawaai niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). Een bedrijfswoning mag een maximale inhoud hebben van 800 m³.
woningen en andere geluidgevoelige functies (uitgezonderd een bedrijfswoning) zijn niet toegestaan.
er moet worden aangetoond dat er voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd;
een watertoets is verplicht (inclusief overleg waterschap en Rijkswaterstaat).
Artikel 16 algemene afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, worden afgeweken van het bepaalde in deze planregels of de aanwijzingen op de verbeelding:
voor het toelaten van bedrijfsactiviteiten aan huis die niet zijn genoemd in de' lijst van bedrijven aan huis', maar die naar hun aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) kunnen worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten;
voor afwijkingen ten aanzien van de voorschreven bouw- en goothoogte, met dien verstande dat de afwijkingen niet dan 10% bedragen van de in de planregels, dan wel op de verbeelding aangegeven afmetingen;
ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor openbare en semi-openbare diensten, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en de naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes met dien verstande dat:
de inhoud ten hoogste bedraagt 100 m³;
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 meter;
ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de bouwgrenzen en/of de bestemmingsgrenzen naar de buitenzijde wordt overschreden door bouwwerken zoals (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel en kroonlijsten en overstekende daken, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
voor het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige bouwwerken tot een bouwhoogte van 15 meter.
|