Artikel 1 begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan Harderhaven van de gemeente Zeewolde;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0050.BPHarderhaven-VS02 met bijbehorende regels en bijlagen;
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee direct in verbinding staat en strekt tot een vergroting van het met de bestemming overeenstemmend (woon-) genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aan huis verbonden beroep
het uitoefenen van een beroep aan huis of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, (para-)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen terrein – prostitutie uitgezonderd - waarbij aard en omvang van de beroepsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is;
afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
bedrijfsuitoefening aan huis
het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van een kleinschalig en/of ambachtelijk bedrijf aan huis, voor zover voorkomend op de lijst van bedrijven welke onderdeel uitmaakt van de regels - prostitutie uitgezonderd - waarbij de aard en omvang van de bedrijfsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
bestaand
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
bruto vloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van een ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag en administratieruimten en dergelijke;
bijgebouw
een vrijstaand, dan wel aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee niet direct in verbinding staat en strekt tot een vergroting van het met de bestemming overeenstemmend (woon-)genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
erf
het deel van het bouwperceel dat buiten het bouwvlak ligt;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
geluidgevoelige functies
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
horeca
een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
dranken, maaltijden en/of logies worden verstrekt en;
gelegenheid wordt geboden voor het gebruik van de producten ter plaatse en;
sprake is van een zekere dienstverlening, zoals het serveren en/of verstrekken van servies en bestek;
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
categorie 1: logiesverstrekkers, zoals hotels, pensions en motels;
categorie 2: maaltijdverstrekkers, zoals restaurants, bistro’s, eetcafés, verhuur van zalen, zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen;
categorie 3: spijsverstrekkers, zoals ijssalons, lunchrooms, croissanterieën, koffie-/theehuizen, waarbij in principe geen alcoholische dranken worden geschonken;
categorie 4: cafetaria’s/snackbars, fastfood restaurants, creperies, grillrooms, shoarma/pizzabedrijven;
categorie 5: drankverstrekkers, zoals cafés/bars en nachtclubs, dancings, disco’s en partycentra.
kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
maatschappelijke voorzieningen
het uitoefenen van activiteiten op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, bibliotheken en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
mobiel kampeermiddel
een kampeermiddel in de vorm van een tent, kampeerauto of toercaravan;
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
overkapping
een bouwwerk met dak met maximaal twee wanden, al dan niet tot de constructie zelf behorend;
(para-) medische beroepen
uitoefening van onder andere: individuele praktijk voor huisarts of dierenarts, medische specialist, apotheker, psychiater, psycholoog, fysiotherapeut of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedist, verloskundige, enz;
peil
indien op het land wordt gebouwd;
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de voet van het gebouw direct aan de weg grenst: het door of namens Burgemeester en wethouders vastgestelde peil;
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de voet van het gebouw niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die voet van het bouwvlak bij voltooiing van de bouw;
indien op of over het water wordt gebouwd het door of namens Burgemeester en Wethouders vastgestelde peil;
permanente bewoning:
bewoning van een verblijf, daaronder begrepen een vaartuig, als hoofdverblijf;
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
standplaats ten behoeve van ambulante handel
een publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats waar, met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel goederen te koop worden aangeboden en/of diensten worden verleend;
verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
voorgevel
de naar de openbare ruimte (weg, voet-/fietspad) toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de openbare ruimte grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt of bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
woonschip
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, gebruikt als of bestemd tot hoofdverblijf;
zijdelingse perceelsgrens
een aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.
Artikel 2 wijze van meten
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de goothoogte van het bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. |