Gemeente:
Veendam
Plannaam:
03BP00012009
Status:
Onherroepelijk
Status Datum:
17-02-2010

Artikel 6 Dienstverlening

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. dienstverlenend bedrijf;

b. kantoren;

c. kleinschalige bedrijvigheid behorende tot categorie I van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven;

d. verkeer en verblijf;

e. groenvoorzieningen en water.

 

In de bestemming is geen dienstwoning begrepen.

 

 

6.2 Bouwregels

 

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedragen niet meer dan de bij de ter plaatse aangeduide bouwklasse behorende goot- en bouwhoogten, zoals in onderstaand bouwschema is weergegeven,

 

bouwklasse

goothoogte (m)

bouwhoogte (m)

 

max.

max.

a

3,50

9,00

b

6,00

10,00

c

 

6,00

d

 

10,00

e

 

15,00

f

 

20,00

 

dan wel niet meer dan de goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt;

3. de dakhelling bedraagt niet minder dan 35°;

4. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt niet minder dan 2 m, dan wel niet minder dan de afstand van het bestaande gebouw indien deze minder bedraagt;

 

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte niet meer dan 8 m bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van reclame-uitingen niet meer dan 6 m bedraagt;.

2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

 

 

6.3 Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

- lid 6.2, sub a, onder 1:

tot een vergroting van 10% van de bestaande oppervlakte buiten het bouwvlak.