Overtreding van het bepaalde in:

artikel 38;

en

artikel 3.5;

artikel 4.4;

artikel 5.5;

artikel 6.4;

artikel 7.5;

artikel 8.4

artikel 10.4;

artikel 11.4;

artikel 12.4;

artikel 13.4;

artikel 14.4;

artikel 15.4;

artikel 16.4;

artikel 17.3;

artikel 18.5;

artikel 19.5;

artikel 20.4;

artikel 22.3;

artikel 23.3;

artikel 24.5;

artikel 25.5

artikel 29.3;

artikel 30.4;

artikel 33.4;

artikel 42.3;

ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken,

en van het bepaalde in

artikel 3.7;

artikel 4.6;

artikel 5.7;

artikel 6.5;

artikel 12.5;

artikel 13.5;

artikel 14.5;

artikel 15.5;

artikel 16.5;

artikel 17.4;

artikel 18.6;

artikel 19.6;

artikel 20.5;

artikel 22.4;

artikel 26.4;

artikel 27.2;

artikel 28.4;

ten aanzien van het uitvoeren van werken en werkzaamheden,

is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.