Om een verdere
duurzame economische ontwikke-
ling in dit gebied
mogelijk te maken zijn grote inspan-
ningen nodig. De
ruimte is immers schaars en moet
daarom zo innovatief
mogelijk worden gebruikt. Van
alle door ons
gesubsidieerde projecten wordt het na
te streven resultaat
voor 2005 gesteld op een gemid-
delde ruimtebesparing
van 15% in bruto hectare.
De strategie om
voldoende areaal bedrijventerreinen
beschikbaar te houden
berust op de hierboven
genoemde 4
sporen:
Spoor 1
Verbetering van de benutting van
bestaande
bedrijventerreinen
Dit spoor is erop
gericht om bestaande terreinen in
zo optimaal mogelijke
staat te houden. Het gaat
daarbij om
herinrichting van het openbare gebied,
verbeterde
ontsluiting (intern en extern) en innovatief
ruimtegebruik. Het is
van belang om bedrijven-
terreinen
aantrekkelijker te maken en daarmee uit-
stroom van bedrijven
tegen te gaan. Betere benutting
van de ruimte geeft
bovendien groeimogelijkheden
aan bestaande
bedrijven en vestigingsmogelijkheden
voor nieuwe
bedrijven.
Op een aantal
terreinen in Noord-Holland Zuid is al
met succes begonnen
met de uitvoering van deze
aanpak. Goede
voorbeelden zijn de herstructurering
van de Australiëhaven
(770 ha), waardoor een ruimte-
winst van 107 ha is
bereikt, en de herstructurering
van Weesp-Noord (76
ha) met een ruimtewinst van
8 ha.
Een deel van onze
ambitie van 10% zuiniger ruimte-
gebruik kan hier
worden waargemaakt. Met het
beleidsprogramma
‘Innovatief Ruimtegebruik’ dragen
wij bij aan de
totstandkoming van deze ambitie.
De bestaande
programma’s ‘Herstructurering’ en
‘Duurzame inrichting
van bedrijventerreinen’
vormen samen de
pilots voor het bedrijventerrein
van de toekomst, ons
organisatorisch en financieel
instrumentarium om
deze opgave te realiseren.
Het uitgangspunt bij
herstructurering van werk-
gebieden is dat de
werkfunctie blijft gehandhaafd.
Spoor 2
Planologisch mogelijk maken van
nieuwe
bedrijventerreinen
De bestaande
streekplancapaciteit voorziet in de
mogelijkheid tot
aanleg van bedrijventerreinen.
Het is aan de
gemeenten om hiervoor bestemmings-
plannen te maken,
waarbij de voorwaarde is dat de
ontwikkeling pas
daadwerkelijk kan worden gestart
als planologisch en
financieel de realisering van de
benodigde
infrastructuur is veiliggesteld. Na project-
ontwikkeling worden
de locaties feitelijk uitgeefbaar.
Deze bestaande
streekplancapaciteit, 315 ha netto, is
onvoldoende om
tegemoet te kunnen komen aan de
planningsopgave. In
dit streekplan nemen wij der-
halve nieuwe
bedrijventerreinlocaties op, die de
komende jaren
ontwikkeld kunnen worden.
Deze nieuwe locaties
zijn opgenomen in de tabel
‘bestaande en nieuwe
streekplancapaciteit tot 2020 in
ha’s netto’. Ook hier
is het aan de gemeenten om
bestemmingsplannen te
maken voor deze gebieden.
Het planologisch
mogelijk maken van deze bedrijven-
terreinen betekent
nog niet dat alle locaties tijdig in
ontwikkeling worden
genomen. Veel hangt af van
het tijdig
beschikbaar zijn van een goede bereikbaar-
heid. Maar ook
bijvoorbeeld het tijdig gereed zijn
van de
bestemmingsplannen.
Zoals uit de tabel
blijkt kunnen er voor Schiphol-
gebonden bedrijven
voldoende locaties worden
ontwikkeld. Schiphol
is de motor voor onze
economische
vitaliteit. Deze functie kan door de
ontwikkeling van de
nieuwe locaties gehandhaafd
en versterkt worden.
Voor de toekomst is een
strategische reserve
voor deze bedrijvigheid nood-
zakelijk. De locaties
Zwanenburg-Zuid (300 ha) en
de A4-zone Nieuw
Vennep (100 ha) zijn derhalve
bestemd als
strategische reserve voor Schiphol-
gebonden
bedrijvigheid. Deze twee gebieden zijn
gelegen binnen de
rode contour. Overloop naar
Almere biedt ook
uitkomst. Hierover gaan wij
afspraken maken met
de gemeente Almere en de
provincie
Flevoland.