lisering. De
individuele welvaartsgroei verruimt de
keuzevrijheid,
vergroot de mobiliteit en maakt de
binding van wonen en
werken minder sterk. Al deze
ontwikkelingen hebben
invloed op het gebruik van
de ruimte. Maar niet
iedereen kan – om welke reden
dan ook – meedoen aan
deze maatschappelijke
veranderingen. Dat
betekent ook dat de overheid een
taak heeft om die
mensen die, door deze ontwikke-
lingen of anderszins,
buiten de boot dreigen te vallen
op te vangen en te
helpen.
Veel nieuwkomers uit
het buitenland hebben een
niet-westerse
culturele achtergrond. Deze mensen
hebben andere
woonwensen en leefpatronen, waar-
mee rekening moet
worden gehouden bij de inrich-
ting van de
leefomgeving.
Er spelen zich ook
ontwikkelingen af waarvan nog
niet precies te zeggen
valt welke ruimtelijke gevolgen
ze hebben en in welke
mate ze optreden. Het gaat
dan met name om de
ontwikkelingen in de
informatie- en
communicatietechnologie. Gaan we
meer thuiswerken? Wat
zijn de gevolgen voor de
vestigingsplaatskeuzen
van bedrijven? En gaat onze
diensteneconomie
werkelijk toe naar een 24-uurs-
economie? In de
netwerkstad lijkt het daar steeds
meer naar toe te gaan.
In ieder geval neemt de groei
van de dienstensector
een grote vlucht.
Tegelijkertijd leidt
de toenemende dynamiek en
pluriformiteit in onze
maatschappij tot behoefte aan
rust, houvast en
identiteit. Voor dat laatste is de
cultuurhistorische
rijkdom van steden, dorpen en
landschap sterk
bepalend. De toenemende dynamiek
en tegelijkertijd de
behoefte aan rust, komen onder
andere tot uiting in
behoefte aan specifieke woon-
milieus: er is
groeiende vraag naar woningen in het
centrum van de stad en
naar woningen in het groen.
De milieudruk neemt
niet af en de samenleving
vraagt meer aandacht
voor gezondheid en veilig-
heid. Noord-Holland
Zuid behoort tot de zwaarst
belaste gebieden in de
Randstad. Naast de domi-
nante factor geluid
(mede vanwege Schiphol) en de
daarmee gepaard gaande
hinder en overlast, is de
luchtkwaliteit rond
industrie en langs steeds drukker
wordende autowegen een
zorgpunt. Veiligheid
(bijvoorbeeld vervoer
van gevaarlijke stoffen) staat
hoog op de agenda en
er is een tendens tot strengere
regelgeving. Dit alles
heeft directe consequenties
voor de ruimtelijke
ordening en het ruimtegebruik.
Nog meer dan voorheen
vragen conflicterende claims,
bijvoorbeeld wonen en
werken langs transportassen,
om zeer inventieve
oplossingen.
Er is ook toenemende
zorg voor de waterhuishouding.
De zorg voor het
houden van droge voeten vraagt
om drastische
ruimtelijke ingrepen.
De conclusie van dit
lang niet volledige overzicht is
dat de ruimtelijke
inrichting van ons land – en in ons
geval van
Noord-Holland Zuid – sterk bepaald
wordt door de zich in
een snel tempo veranderende
samenleving waarin wij
wonen, werken en leven.
Deze ontwikkelingen
oefenen een belangrijke invloed
uit op de ruimtelijke
structuur van onze provincie.
Tegelijkertijd geeft
het ruimtelijk beleid (mede)
richting aan die
veranderende samenleving.
Daar moeten geen
wonderen van verwacht worden,
maar met dit
streekplan proberen wij daar wel aan
bij te dragen.