15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘waarde – reliëf’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de herkenbaarheid van de hoogtes (reliëf) in het landschap en daarmee samenhangende geomorfologische en cultuurhistorische waarden in de vorm van glaciale ruggen te weten de Hondsrug.
15.2 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- het diepploegen, egaliseren en/of afschuiven van de in lid 15.1 omschreven glaciale ruggen.
15.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2, mits:
- op basis van onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan het reliëf en de herkenbaarheid daarvan zoals omschreven in artikel 15.1.