Voorschriften |
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave
Algemene bepalingen 3
Artikel 1 Begripsbepalingen 3
Artikel 2 Wijze
van meten 7
Bestemmingsbepalingen 9
Artikel 3 Bedrijventerrein
1 9
Artikel 4 Bedrijventerrein
2 13
Artikel 5 Bedrijventerrein
3 18
Artikel 6 Woondoeleinden
W(a)1 22
Artikel 7 Woondoeleinden
W(b)1 26
Artikel 8 Tuin 30
Artikel 9 Wegverkeer 32
Bijzondere bepalingen 35
Artikel 10 Uitsluiting
aanvullende werking Bouwverordening 35
Artikel 11 Toepassing artikel 8, lid 2 van de
Wet op de openluchtrecreatie 36
Artikel 12 Uitsluiting
seksinrichting 37
Artikel 13 Algemene
vrijstellingsbevoegdheid 38
Artikel 14 Overgangsbepalingen 39
Artikel 15 Slotbepaling 40
Bijlagen
Staat van bedrijven
In deze voorschriften wordt verstaan
onder:
a. het plan:
het
bestemmingsplan Bedrijventerrein Grootegast van de gemeente Grootegast;
b. de plankaart:
de kaart met
bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen
gronden zijn aangewezen;
c. bestemmingsvlak:
een op de
plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
d. bestemmingsgrens:
een op de
plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
e. bouwen:
het plaatsen,
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen en vergroten van een standplaats);
f. bouwwerk:
elke
constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke
hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect
steun vindt in of op de grond;
g. gebouw:
elk bouwwerk,
dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
h. bebouwing:
één of meer
gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
i. bouwvlak:
een als
zodanig op de plankaart aangegeven vlak;
j. bouwgrens:
een grens van
een bouwvlak;
k. bouwperceel:
een
aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij
elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
l. bouwperceelsgrens:
een grens van
een bouwperceel;
m. bestaand
bouwwerk:
een bouwwerk,
dat ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat, wordt
gebouwd, dan wel nadien krachtens een melding of bouwvergunning, waarvoor de
aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
n. bestaand
gebruik:
het gebruik
dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende
gebruiksverbod;
o. peil:
a. voor een bouwwerk, waarvan de
hoofdtoegang direct aan de weg grenst de bouwhoogte van de weg ter plaatse van
die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk, waarvan de
hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de bouwhoogte van het terrein ter
plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
p. hoofdgebouw:
een gebouw,
dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de
bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan-
en uitbouwen;
q. bijgebouw:
een gebouw dat
in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen
hoofdgebouw;
r. aan-
of uitbouw:
een onderdeel
van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de
hoofdvorm;
s. woning:
een complex
van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden;
t. dienstwoning:
een woning in
of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het
huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van
het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
u. aanduidingsgrens:
de op de
plankaart aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouw- of
bestemmingsvlak in verband met een verschil in maatvoering of gebruik;
v. dienstverlenende
bedrijven:
schoonmaakbedrijven,
schoorsteenveegbedrijven, autowasserijen, glazenwasserijen, wasserijen en
strijkinrichtingen, chemische wasserijen en ververijen, wasverzendinrichtingen,
stoppage- en oppersinrichtingen, wasserettes, wassalons,
tapijtreinigingsbedrijven en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven;
w. seksinrichting:
een voor het
publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang
alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of
vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een
seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal,
sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is
begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
x. risicovolle
inrichting:
een
inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een
grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden
aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt
kwetsbare objecten;
y. kwetsbaar
object:
een object
waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde
voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is
bepaald, die in acht moet worden genomen;
z. beperkt
kwetsbaar object:
een object
waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde
voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is
bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
aa. aan huis verbonden beroep:
het uitoefenen
van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk,
maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch, dan wel
daarmee gelijk te stellen gebied door de gebruik(st)er van de woning en waarbij
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt.
Bij toepassing van deze voorschriften
wordt als volgt gemeten:
a. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil
tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen
en antennes niet meegerekend;
b. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf de
snijlijn van een dakvlak en een evenwijdig aan de noklijn gelegen gevelvlak van
een gebouw tot het peil;
c. de dakhelling:
langs het
dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voorzover in de voorschriften
een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale
gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansardekappen en op
dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
d. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de
buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) buitenwerks;
e. de inhoud van een bouwwerk:
boven peil
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels
(en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en
dakkapellen;
f. de afstand tot de (zijdelingse) grens van
een bouwperceel:
vanaf enig
punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten
aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden
ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen,
ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers,
balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q.
bestemmingsgrens met niet meer dan
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor
bedrijventerrein 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. lichte industrie, groothandel,
ambachtelijke bedrijven, nijverheids-, reparatie-, verhuurbedrijven en overige
dienstverlenende bedrijven welke wat betreft geur, stof, geluid en gevaar
toelaatbaar zijn tussen of naast woningen;
b. dienstverlenende bedrijven;
c. bestaande bedrijven, uitsluitend
overeenkomstig de bestaande bedrijfssituatie;
d. verkeers- en verblijfsdoeleinden;
e. groenvoorzieningen;
f. nutsvoorzieningen;
g. aardgasleiding, voorzover op de plankaart
aangeduid als “aardgasleiding”.
In de bestemming is detailhandel
uitsluitend begrepen voorzover deze is aan te merken als rechtstreeks
voortvloeiende uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf en daaraan
ondergeschikt is.
In de bestemming zijn inrichtingen
bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet
begrepen.
Voorzover de gronden zijn aangegeven
met “nutsvoorzieningen” is een gasdistributiestation en aardgasleiding in de
bestemming begrepen.
De onder c bedoelde bedrijven zijn
nader omschreven in het in de bijlagen van deze voorschriften opgenomen
overzicht.
2 Beschrijving in hoofdlijnen
Toelaatbaarheid
van bedrijven
Uitbreidingen en/of veranderingen van
de in lid 1, onder c bedoelde bedrijven zijn toegestaan mits geen sprake is van
een verslechtering van het woon- en leefklimaat van nabijgelegen
(dienst)woningen.
Voor het overige zijn uitsluitend
bedrijven uit de categorieën 1 en 2 toelaatbaar.
De categorieën zijn opgenomen in de bij de voorschriften behorende "Staat
van bedrijven".
Bedrijven welke wat betreft geur, stof,
gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven genoemd in de categorieën
1 en 2 zijn zonder meer toelaatbaar.
Voorzover een bedrijf niet in de staat
van bedrijven voorkomt gaan Burgemeester en Wethouders bij een aanvraag na of
het betreffende bedrijf, gelet op een aanvaardbaar leefklimaat van de
aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kan worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven".
Inrichting
van het terrein
De bestaande ontsluiting blijft, met
uitzondering van ondergeschikte aanpassingen of verbeteringen gehandhaafd. De
rijbaanbreedte dient, met uitzondering van een plaatselijke vernauwing of
verbreding, ten minste
Het parkeren voor bezoekers en
personeel dient op eigen terrein te worden gerealiseerd. Laagwaardig gebruik
van het terrein in de vorm van opslag en stalling dient zoveel mogelijk aan de
van de weg gekeerde zijde van het perceel plaats te vinden.
De aanduiding
"groenvoorzieningen" heeft, voorzover deze langs de rand van het
plangebied is gelegen, betrekking op een inrichting met een afschermend karakter
langs de randen van het terrein. Voor de overige gronden met deze aanduiding is
de handhaving van de beplanting gewenst in verband met de kenmerkende richting.
Een geringe aanpassing van de betreffende beplantingen met het oog op
doorsnijdingen is mogelijk.
3 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van gebouwen geldt dat:
1. de gebouwen worden gebouwd binnen het
bouwvlak;
2. de goothoogte en bouwhoogte ten hoogste
de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen;
3. de afstand tot de as van de weg ten
minste
4. de afstand tot de zijdelingse
bouwperceelsgrens minimaal
5. per bedrijf ten hoogste 60% van een
bouwperceel mag worden bebouwd;
6. het aantal dienstwoningen ten hoogste het
bestaande aantal bedraagt, waarbij de goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte
niet meer bedragen dan die van de bestaande dienstwoning.
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve
van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat:
1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan
2. de bouwhoogte niet meer dan
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat:
- de bouwhoogte met uitzondering van
hijswerktuigen niet meer dan
4 Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van
aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid,
vrijstelling verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3, sub a onder 6, ten
behoeve van de bouw van een dienstwoning mits:
- het aantal dienstwoningen per bedrijf
niet meer dan
één bedraagt;
-
de oppervlakte per dienstwoning niet meer dan
-
de dienstwoning indien mogelijk aan de wegzijde van het
bouwperceel wordt gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan
respectievelijk
-
voorafgaand aan het verlenen van de vrijstelling door middel
van een milieuhygiënische toets is komen vast te staan dat:
-
sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
-
de bedrijfsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet
onevenredig worden geschaad;
-
de geluidwering van de scheidingsconstructies, die de
scheiding vormen tussen een verblijfsgebied in de bedrijfswoning en de
buitenlucht, minimaal 30 d(B)A bedraagt;
met dien
verstande dat:
-
de vrijstelling pas wordt verleend nadat de
bedrijfsbebouwing is gerealiseerd en/of in gebruik is genomen;
b. het bepaalde in lid 1 onder a en b voor
de vestiging van bedrijven genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die
wat betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld
mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven";
- de bebouwingsbepalingen genoemd in lid
5 Gebruiksbepaling
Het is verboden de gronden en
bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven
doeleindenomschrijving.
6 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
a. Burgemeester en Wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit
voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet
door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
b. Burgemeester en Wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5 voor de vestiging van bedrijven
genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die wat betreft geur, stof,
geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven".
7 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 5
wordt aangemerkt als een strafbaar feit, in de zin van artikel 1a, onder 2° van
de Wet op de economische delicten.
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor
bedrijventerrein 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. lichte industrie, groothandel,
ambachtelijke bedrijven, nijverheids-, reparatie-, verhuurbedrijven en overige
dienstverlenende bedrijven welke wat betreft geur, stof, geluid en gevaar
toelaatbaar zijn tussen of naast woningen;
b. dienstverlenende bedrijven;
c. verkeers- en verblijfsdoeleinden;
d. groenvoorzieningen;
e. nutsvoorzieningen;
In de bestemming is detailhandel
uitsluitend begrepen voorzover deze is aan te merken als rechtstreeks
voortvloeiende uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf en daaraan
ondergeschikt is.
In de bestemming zijn inrichtingen
bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet
begrepen.
2 Beschrijving in hoofdlijnen
Toelaatbaarheid
van bedrijven
Met het oog op een aanvaardbare afstand
tot wonen zijn binnen de bestemming uitsluitend bedrijven uit de categorieën 1
en 2 toelaatbaar.
De categorieën zijn opgenomen in de bij
de voorschriften behorende "Staat van bedrijven".
Bedrijven welke wat betreft geur, stof,
gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven genoemd in de categorieën
1 en 2 zijn zonder meer toelaatbaar.
Voorzover een bedrijf niet in de staat
van bedrijven voorkomt gaan Burgemeester en Wethouders bij een aanvraag na of
het betreffende bedrijf, gelet op een aanvaardbaar leefklimaat van de
aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kan worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven".
Voorzover een bedrijf in een naast
hogere categorie in de "Staat van bedrijven" voorkomt dan wel daarmee
vergelijkbaar is gaan Burgemeester en Wethouders bij een verzoek om
vrijstelling na of het betreffende bedrijf, naar aard en effecten op het woon-
en leefklimaat van de aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen
voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kan worden gelijk
gesteld met de bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat
van bedrijven".
Inrichting
van het terrein
De aanduiding "ontsluiting"
heeft betrekking op een inrichting van de gronden met het oog op de ontsluiting
van de aanliggende en nabijgelegen gronden. De rijbaanbreedte dient met,
uitzondering van een plaatselijke vernauwing of verbreding ten minste
Het parkeren voor bezoekers en
personeel dient op eigen terrein te worden gerealiseerd. Laagwaardig gebruik
van het terrein in de vorm van opslag en stalling dient zoveel mogelijk aan de
van de weg gekeerde zijde van het perceel plaats te vinden.
Ter plaatse van de aanduiding
“fiets-/voetpad” kan een langzaamverkeersroute worden aangelegd. Bij de aanleg
is een verschuiving van ten hoogste
De aanduiding
"groenvoorzieningen" heeft, voorzover deze langs de rand van het
plangebied is gelegen, betrekking op een inrichting met een afschermend
karakter langs de randen van het terrein. Voor de overige gronden met deze
aanduiding is de handhaving van de beplanting gewenst in verband met de
kenmerkende richting. Een geringe aanpassing van de betreffende beplantingen
met het oog op doorsnijdingen is mogelijk. Voorzover de gronden zijn aangegeven
met “water” dienen de gronden als zodanig te worden ingericht.
3 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van gebouwen geldt dat:
1. de gebouwen worden gebouwd binnen het
bouwvlak;
2. de goothoogte en bouwhoogte ten hoogste
de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen;
3. de afstand tot de as van de weg ten
minste
4. de afstand tot de zijdelingse
bouwperceelsgrens minimaal
5. per bedrijf ten hoogste 60% van een
bouwperceel mag worden bebouwd;
6. het aantal dienstwoningen ten hoogste het
bestaande aantal bedraagt, waarbij de goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte
niet meer bedragen dan die van de bestaande dienstwoning.
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve
van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat:
1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan
2. de bouwhoogte niet meer dan
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat:
- de bouwhoogte met uitzondering van
hijswerktuigen niet meer dan
4 Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits
geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van
aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid,
vrijstelling verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3, sub a onder 6, ten
behoeve van de bouw van een dienstwoning mits:
- het aantal dienstwoningen per bedrijf
niet meer dan 1 bedraagt;
-
de oppervlakte per dienstwoning niet meer dan
-
de dienstwoning indien mogelijk aan de wegzijde van het
bouwperceel wordt gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan
respectievelijk
-
voorafgaand aan het verlenen van de vrijstelling door middel
van een milieuhygiënische toets is komen vast te staan dat:
-
sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
-
de bedrijfsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet
onevenredig worden geschaad;
-
de geluidwering van de scheidingsconstructies, die de
scheiding vormen tussen een verblijfsgebied in de bedrijfswoning en de
buitenlucht minimaal 30 d(B)A bedraagt;
met dien
verstande dat:
-
de vrijstelling pas wordt verleend nadat de
bedrijfsbebouwing is gerealiseerd en/of in gebruik genomen;
b. het bepaalde in lid 1 voor de vestiging
van bedrijven genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die wat
betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven";
- de bebouwingsbepalingen genoemd in lid
5 Gebruiksbepaling
Het is verboden de gronden en bouwwerken
te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
6 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
a. Burgemeester en Wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit
voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet
door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
b. Burgemeester en Wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5 voor de vestiging van bedrijven
genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die wat betreft geur, stof,
geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven".
7 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 5
wordt aangemerkt als een strafbaar feit, in de zin van artikel 1a, onder 2° van
de Wet op de economische delicten.
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor
bedrijventerrein 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. lichte industrie, groothandel,
ambachtelijke bedrijven, nijverheids-, reparatie-, verhuurbedrijven en overige
dienstverlenende bedrijven welke wat betreft geur, stof, geluid en gevaar
toelaatbaar zijn in de categorieën 1, 2 en 3 van de bij de voorschriften
behorende Staat van bedrijven;
b. dienstverlenende bedrijven;
c. verkeers- en verblijfsdoeleinden;
d. groenvoorzieningen;
e. nutsvoorzieningen;
In de bestemming is detailhandel
uitsluitend begrepen voorzover deze is aan te merken als rechtstreeks
voortvloeiende uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf en daaraan
ondergeschikt is.
In de bestemming zijn inrichtingen
bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet
begrepen.
2 Beschrijving in hoofdlijnen
Toelaatbaarheid
van bedrijven
Met het oog op een aanvaardbare afstand
tot wonen zijn binnen de bestemming uitsluitend bedrijven uit de categorieën 1,
2 en 3 (grootste afstand
De categorieën zijn opgenomen in de bij
de voorschriften behorende "Staat van bedrijven".
Bedrijven welke wat betreft geur, stof,
gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven genoemd in de categorieën
1, 2 en 3 zijn zonder meer toelaatbaar.
Voorzover een bedrijf niet in de Staat
van bedrijven voorkomt, gaan Burgemeester en Wethouders bij een aanvraag na of
het betreffende bedrijf, gelet op een aanvaardbaar leefklimaat van de
aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kan worden gelijkgesteld met de bedrijven genoemd
in de categorieën 1, 2 en 3 van de "Staat van bedrijven".
Voorzover een bedrijf in een naast
hogere categorie in de "Staat van bedrijven" voorkomt dan wel daarmee
vergelijkbaar is gaan Burgemeester en Wethouders bij een verzoek om
vrijstelling na of het betreffende bedrijf, naar aard en effecten op het woon-
en leefklimaat van de aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen
voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kan worden gelijk
gesteld met de bedrijven genoemd in de categorieën 1, 2 en 3 van de "Staat
van bedrijven".
Inrichting
van het terrein
Het parkeren voor bezoekers en
personeel dient op eigen terrein te worden gerealiseerd. Laagwaardig gebruik
van het terrein in de vorm van opslag en stalling dient zoveel mogelijk aan de
van de weg gekeerde zijde van het perceel plaats te vinden.
Ter plaatse van de aanduiding “fiets-/voetpad”
kan een langzaamverkeersroute worden aangelegd. Bij de aanleg is een
verschuiving van ten hoogste
De aanduiding
"groenvoorzieningen" heeft, voorzover deze langs de rand van het
plangebied is gelegen, betrekking op een inrichting met een afschermend
karakter langs de randen van het terrein. Voor de overige gronden met deze
aanduiding is de handhaving van de beplanting gewenst in verband met de
kenmerkende richting. Een geringe aanpassing van de betreffende beplantingen
met het oog op doorsnijdingen is mogelijk.
3 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van gebouwen geldt dat:
1. de gebouwen worden gebouwd binnen het
bouwvlak;
2. de goothoogte en bouwhoogte ten hoogste
de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen;
3. de afstand tot de as van de weg ten
minste
4. de afstand tot de zijdelingse
bouwperceelsgrens minimaal
5. per bedrijf ten hoogste 60% van een
bouwperceel mag worden bebouwd;
6. het aantal dienstwoningen ten hoogste het
bestaande aantal bedraagt, waarbij de goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte
niet meer bedragen dan die van de bestaande dienstwoning.
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve
van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat:
1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan
2. de bouwhoogte niet meer dan
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat:
- de bouwhoogte met uitzondering van
hijswerktuigen niet meer dan
4 Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits
geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van
aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid,
vrijstelling verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3, sub a onder 6, ten
behoeve van de bouw van een dienstwoning mits:
- het aantal dienstwoningen per bedrijf
niet meer dan
1 bedraagt;
-
de oppervlakte per dienstwoning niet meer dan
-
de dienstwoning indien mogelijk aan de wegzijde van het
bouwperceel wordt gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan
respectievelijk
-
voorafgaand aan het verlenen van de vrijstelling door middel
van een milieuhygiënische toets is komen vast te staan dat:
-
sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
-
de bedrijfsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet
onevenredig worden geschaad;
-
de geluidwering van de scheidingsconstructies, die de
scheiding vormen tussen een verblijfsgebied in de bedrijfswoning en de
buitenlucht minimaal 30 d(B)A bedraagt;
met dien
verstande dat:
-
de vrijstelling pas wordt verleend nadat de
bedrijfsbebouwing is gerealiseerd en/of in gebruik genomen;
b. het bepaalde in lid 1 voor de vestiging
van bedrijven genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die wat
betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven";
- de bebouwingsbepalingen genoemd in lid
5 Gebruiksbepaling
Het is verboden de gronden en
bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven
doeleindenomschrijving.
6 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
a. Burgemeester en Wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit
voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet
door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
b. Burgemeester en Wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5 voor de vestiging van bedrijven
genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven die wat betreft geur, stof,
geluid en gevaar daarmee gelijk kunnen worden gesteld mits:
- deze bedrijven naar aard en effecten op
het woon- en leefklimaat, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft
geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven
genoemd in de categorieën 1 en 2 van de "Staat van bedrijven".
7 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 5
wordt aangemerkt als een strafbaar feit, in de zin van artikel 1a, onder 2° van
de Wet op de economische delicten.
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor woondoeleinden W(a)1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;
b. gebouwen en aangebouwde overkappingen ten behoeve van het wonen;
c. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor winkels indien de gronden zijn voorzien van de aanduiding “winkel”;
met daaraan ondergeschikt:
d. tuinen;
met de daarbij behorende:
e. erven en verhardingen;
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
1. de goothoogte zal ten hoogste de op de plankaart aangegeven goothoogte bedragen;
2. de bouwhoogte zal ten hoogste de op de plankaart aangegeven bouwhoogte bedragen;
3. een gebouw zal worden voorzien van een kap, waarvan de dakhelling ten minste het op de plankaart aangegeven aantal graden dient te bedragen;
4. het bouwvlak zal voor minimaal 50% worden
bebouwd met gebouwen welke een goothoogte van meer dan
5. het aantal woonhuizen zal per bouwvlak ten hoogste één bedragen;
6. de gebouwen zullen voor meer dan de helft van de voorgevel van het woonhuis in de voorbouwgrens worden gebouwd.
b. Voor het bouwen van gebouwen en aangebouwde overkappingen buiten een bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
1. de goothoogte zal ten hoogste
2. de bouwhoogte zal ten hoogste
3. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen
en aangebouwde overkappingen zal respectievelijk ten hoogste
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen
zal ten hoogste
2. de hoogte van overige bouwwerken, geen
bouwen zijnde, zal ten hoogste
3 Gebruiksbepaling
a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
b. Tot een strijdig gebruik, zoals bedoeld onder a, wordt in ieder geval gerekend:
1. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak voor zelfstandige bewoning;
2. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij de gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding “detailhandel”;
3. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, anders dan in de vorm van een aan huis verbonden beroep;
4. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, zodanig dat:
a. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijk begane grondoppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van de
uitoefening van een aan huis verbonden beroep meer bedraagt dan
5. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
4 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
a. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3, sub a, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
b. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3, sub b, onder 3 en toestaan dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:
1. het gebruik van ondergeschikte betekenis is in die zin dat de gebouwen in overwegende mate de woonfunctie blijven behouden;
2. het uiterlijk van de betreffende gebouwen niet wordt aangetast;
3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
4. het gebruik geen afbreuk doet aan het karakter van de buurt;
5. geen detailhandel van betekenis plaatsvindt;
6. er voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf voor de werknemers en bezoekers aanwezig is;
7. degene die de activiteit verricht tevens de gebruiker van de woning is;
8. de activiteiten niet milieuhinderlijk zijn;
9. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer
bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijk begane grondvloeroppervlakte van de
aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de
bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan
5 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 3, onder a wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
6 Wijzigingsbevoegdheid
a. Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan overeenkomstig artikel 11 WRO wijzigen, in die zin dat:
1. de oppervlakte van een op de plankaart
aangegeven bouwvlak aan één zijde wordt vergroot tot maximaal
2. de ligging van een op de plankaart
aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd met dien verstande dat de afstand van het
bouwvlak ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens niet minder dan
b. Burgemeester en Wethouders kunnen toepassing geven aan de hiervoor bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
c. Op de voorbereiding van een besluit tot een wijziging als bedoeld onder a is de volgende procedure van toepassing:
1. een ontwerpwijzigingsbesluit ligt gedurende vier weken ter inzage op het gemeentehuis;
2. Burgemeester en Wethouders maken deze terinzagelegging van tevoren bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze;
3. in de bekendmaking wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke zienswijzen gedurende de terinzagelegging.
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor woondoeleinden W(b)1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;
b. gebouwen en aangebouwde overkappingen ten behoeve van het wonen;
met daaraan ondergeschikt:
c. tuinen;
met de daarbij behorende:
d. erven en verhardingen;
e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
1. de goothoogte zal ten hoogste de op de plankaart aangegeven goothoogte bedragen;
2. de bouwhoogte zal ten hoogste de op de plankaart aangegeven bouwhoogte bedragen;
3. een gebouw zal worden voorzien van een kap, waarvan de dakhelling ten minste het op de plankaart aangegeven aantal graden dient te bedragen;
4. het bouwvlak zal voor minimaal 50% worden
bebouwd met gebouwen welke een goothoogte van meer dan
5. het aantal woonhuizen zal per bouwvlak ten hoogste twee bedragen; deze worden als twee-onder-één-kap gebouwd;
6. de gebouwen zullen voor meer dan de helft van de voorgevel van het woonhuis in de voorbouwgrens worden gebouwd.
b. Voor het bouwen van gebouwen en aangebouwde overkappingen buiten een bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
1. de goothoogte zal ten hoogste
2. de bouwhoogte zal ten hoogste
3. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen
en aangebouwde overkappingen zal respectievelijk ten hoogste
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
1. de hoogte van erf- en
terreinafscheidingen zal ten hoogste
2. de hoogte van overige bouwwerken, geen
bouwen zijnde, zal ten hoogste
3 Gebruiksbepaling
a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
b. Tot een strijdig gebruik, zoals bedoeld onder a, wordt in ieder geval gerekend:
1. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak voor zelfstandige bewoning;
2. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
3. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, anders dan in de vorm van een aan huis verbonden beroep;
4. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, zodanig dat:
a. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijk begane grondoppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
b. de vloeroppervlakte ten behoeve van de
uitoefening van een aan huis verbonden beroep meer bedraagt dan
5. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
4 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
a. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3, sub a, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
b. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3, sub b, onder 3 en toestaan dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:
1. het gebruik van ondergeschikte betekenis is in die zin dat de gebouwen in overwegende mate de woonfunctie blijven behouden;
2. het uiterlijk van de betreffende gebouwen niet wordt aangetast;
3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
4. het gebruik geen afbreuk doet aan het karakter van de buurt;
5. geen detailhandel van betekenis plaatsvindt;
6. er voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf voor de werknemers en bezoekers aanwezig is;
7. degene die de activiteit verricht tevens de gebruiker van de woning is;
8. de activiteiten niet milieuhinderlijk zijn;
9. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer
bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijk begane grondvloeroppervlakte van de
aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de
bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan
5 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 3, onder a wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
6 Wijzigingsbevoegdheid
a. Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan overeenkomstig artikel 11 WRO wijzigen, in die zin dat:
1. de oppervlakte van een op de plankaart
aangegeven bouwvlak aan één zijde wordt vergroot tot maximaal
2. de ligging van een op de plankaart
aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd met dien verstande dat de afstand van het
bouwvlak ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens niet minder dan
b. Burgemeester en Wethouders kunnen toepassing geven aan de hiervoor bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
c. Op de voorbereiding van een besluit tot een wijziging als bedoeld onder a is de volgende procedure van toepassing:
1. een ontwerpwijzigingsbesluit ligt gedurende vier weken ter inzage op het gemeentehuis;
2. Burgemeester en Wethouders maken deze terinzagelegging van tevoren bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze;
3. in de bekendmaking wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke zienswijzen gedurende de terinzagelegging.
1 Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart voor tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuinen;
b. erkers;
c. verhardingen;
met
de daarbij behorende:
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2 Bebouwingsbepalingen
a. Voor het bouwen van erkers gelden de
volgende bepalingen:
1. een
erker zal ten hoogste 1,5 m vanuit de aangrenzende bouwgrens worden
gebouwd;
2. een
erker zal ten hoogste over 50% van de breedte van de voorgevel worden gebouwd;
3. de
oppervlakte van een erker zal ten hoogste
b. Voor
het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
1. er
mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd;
2. de
hoogte van een erf- en terreinafscheiding zal ten hoogste
3 Gebruiksbepaling
Het
is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1
gegeven doeleindenomschrijving.
4 Vrijstelling
van de gebruiksbepaling
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
5 Strafbepaling
Overtreding
van het bepaalde in lid 3 wordt aangemerkt een strafbaar feit, in de zin van
artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor wegverkeer
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen met een functie voor de ontsluiting
van aanliggende gronden en de aansluiting op het aangrenzende bedrijventerrein;
b. groenvoorzieningen;
c. openbare nutsvoorzieningen,
met dien verstande dat het aantal
rijstroken ten hoogste 2 mag bedragen.
2 Bebouwingsbepalingen
a. Voor deze bestemming geldt dat het bouwen
van gebouwen niet is toegestaan.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte, anders dan voor bouwwerken ten
behoeve van de geleiding en regeling van het verkeer, niet meer dan
3 Gebruiksbepaling
Het is verboden de gronden en
bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
4 Vrijstelling van de gebruiksbepaling
Burgemeester en Wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in lid 3 indien strikte toepassing van dit
voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet
door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
5 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 3
wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van
de Wet op de economische delicten.
De voorschriften van de Bouwverordening
ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig
het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens
ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a. richtlijnen voor de verlening van
vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen (artikel 2.5.1);
b. anti-cumulatiebepaling (artikel 2.5.2);
c. bereikbaarheid van bouwwerken voor
wegverkeer (artikel 2.5.3);
d. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
(artikel 2.5.4);
e. ruimte tussen bouwwerken (artikel
2.5.17);
f. erf- en terreinafscheidingen (artikel
2.5.18);
g. bouwen nabij bovengrondse
hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen (artikel
2.5.19);
h. parkeergelegenheid en laad- en
losmogelijkheden bij of in gebouwen (artikel 2.5.30).
Het bestemmingsplan verzet zich tegen
het gebruik als bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Wet op de
openluchtrecreatie.
Het bestemmingsplan verzet zich tegen
het gebruik als seksinrichting.
a Burgemeester en Wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van:
1. de op de plankaart of in de voorschriften
gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten,
afmetingen en percentages;
2. het bepaalde in het plan en toestaan dat
het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in
geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit
daartoe aanleiding geeft;
3. het bepaalde in het plan en toestaan dat
bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil
daartoe aanleiding geeft;
4.
het bepaalde in het plan en toestaan
dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer,
telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken,
toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden
gebouwd, mits:
- de inhoud per gebouwtje niet meer dan
b De onder 1 tot en met 4 bedoelde
vrijstelling mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van
aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
- de verkeersveiligheid.
1 Overgangsbepalingen ten aanzien van
bouwwerken
Bestaande bouwwerken, die in enigerlei
opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de
aard en omvang niet worden vergroot:
a. gedeeltelijk
worden vernieuwd of veranderd;
b. na het tenietgaan ten gevolge van een
calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag wordt
ingediend binnen 18 maanden na het tenietgaan.
2 Overgangsbepalingen ten aanzien van het
gebruik
Het bestaande gebruik van gronden en
bouwwerken, dat in strijd is met de aan die gronden en bouwwerken gegeven
bestemming en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag worden
voortgezet of gewijzigd zo lang en voorzover de strijdigheid van dat gebruik
ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan naar de
aard en omvang niet wordt vergroot.
3 Uitzondering op het overgangsrecht
a. Lid 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
b. Lid 2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Deze voorschriften kunnen worden
aangehaald onder de titel:
"Voorschriften deel uitmakende van
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Grootegast, gemeente Grootegast".
Aldus vastgesteld in de
raadsvergadering van
De voorzitter, De griffier,
9 oktober
2007
Overzicht bestaande
bedrijven als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder c
Soort bedrijf |
Adres |
Opslag,
sorteren oude metalen |
Industrieweg
7 |
Gasdistributie |
Legolaan 4 |
Mechanisatiebedrijf |
Legolaan 6
en 8 |
Transport
en opslag |
Legolaan 12 |
Fabricage
verpakkingsmateriaal |
Legolaan 14 |
Fijnhoutwarenfabriek |
Hoofdstraat
158, 158a en 158b |
Constructiebedrijf |
Hoofdstraat
160 |
Staat van bedrijven
Bijlage behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Grootegast, gemeente Grootegast.
STAAT VAN BEDRIJVEN
Categorie-indeling:
- categorie 1 en 2 (grootste afstand
- categorie 3 (grootste afstand
- categorie 4 (grootste afstand
gerekend ten opzichte van de aangrenzende woonbebouwing.
De gebruikte afkortingen zijn:
< : kleiner dan
> : groter dan of gelijk aan
- : tot
cat. : categorie
i.e. : inwonersequivalenten
n.e.g. : niet elders genoemd
o.c. : opslagcapaciteit
p.c. : productiecapaciteit
p.o. : productie-oppervlak
v.c. : verwerkingscapaciteit
t/u : ton per uur
t/j : ton per jaar
SBI-code |
OMSCHRIJVING |
Geur |
Stof |
Geluid |
Gevaar |
Afst. |
Cat. |
01 |
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW |
|
|
|
|
|
|
014 |
Dienstverlening t.b.v. de landbouw |
30 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3 |
0141.1 |
hoveniersbedrijven |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
1 |
02 |
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW |
|
|
|
|
|
|
020 |
Bosbouwbedrijven |
10 |
10 |
50 |
0 |
50 |
3 |
15 |
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN |
|
|
|
|
|
|
151 |
Slachterijen en overige vleesverwerking: |
|
|
|
|
|
|
151 |
- slachterijen en pluimveeslachterijen |
100 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3 |
151 |
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken |
100 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3 |
151 |
- loonslachterijen |
50 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
152 |
Visverwerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
152 |
- conserveren |
200 |
0 |
100 |
30 |
200 |
4 |
1532, 1533 |
Groente- en fruitconservenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1532, 1533 |
- jam |
50 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3 |
1532, 1533 |
- groente algemeen |
100 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3 |
1532, 1533 |
- met koolsoorten |
200 |
10 |
100 |
10 |
200 |
4 |
1541 |
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: |
|
|
|
|
|
|
1541 |
- p.c. < 250.000 t/j |
200 |
30 |
100 |
30 |
200 |
4 |
1542 |
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: |
|
|
|
|
|
|
1542 |
- p.c. < 250.000 t/j |
200 |
10 |
100 |
100 |
200 |
4 |
1543 |
Margarinefabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1543 |
- p.c. < 250.000 t/j |
100 |
10 |
200 |
30 |
200 |
4 |
1551 |
Zuivelprodukten fabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1551 |
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j |
50 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3 |
1552 |
Consumptie-ijsfabrieken |
50 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3 |
1561 |
Grutterswarenfabrieken |
50 |
100 |
200 |
50 |
200 |
4 |
1561 |
Meelfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1561 |
- p.c. < 500 t/u |
100 |
50 |
200 |
50 |
200 |
4 |
1562 |
Zetmeelfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1562 |
- p.c. < 10 t/u |
200 |
50 |
200 |
30 |
200 |
4 |
1571 |
Veevoerfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1571 |
- mengvoeder, p.c. < 100 t/u |
200 |
50 |
200 |
30 |
200 |
4 |
1572 |
Vervaardiging van voer voor huisdieren |
200 |
100 |
200 |
30 |
200 |
4 |
1581 |
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: |
|
|
|
|
|
|
1581 |
- v.c. < |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
1581 |
- Brood- en beschuitfabrieken |
100 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
1582 |
Banket, biscuit- en koekfabrieken |
100 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3 |
1584 |
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: |
|
|
|
|
|
|
1584 |
- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden |
100 |
30 |
50 |
30 |
100 |
3 |
1585 |
Deegwarenfabrieken |
50 |
30 |
10 |
10 |
50 |
3 |
1586 |
Koffiebranderijen en theepakkerijen: |
|
|
|
|
|
|
1586 |
- theepakkerijen |
100 |
10 |
30 |
10 |
100 |
3 |
1587 |
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden |
200 |
30 |
50 |
10 |
200 |
4 |
1589 |
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen |
200 |
30 |
50 |
30 |
200 |
4 |
1589.1 |
Bakkerijgrondstoffenfabrieken |
200 |
50 |
50 |
50 |
200 |
4 |
1589.2 |
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken |
200 |
50 |
50 |
30 |
200 |
4 |
1589.2 |
Soep- en soeparomafabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1589.2 |
- zonder poederdrogen |
100 |
10 |
50 |
10 |
100 |
3 |
1592 |
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: |
|
|
|
|
|
|
1592 |
- p.c. < 5.000 t/j |
200 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
1593 t/m 1595 |
Vervaardiging van wijn, cider e.d. |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
1598 |
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken |
10 |
0 |
100 |
10 |
100 |
3 |
16 |
VERWERKING VAN TABAK |
|
|
|
|
|
|
160 |
Tabakverwerkende industrie |
200 |
30 |
50 |
30 |
200 |
4 |
17 |
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL |
|
|
|
|
|
|
171 |
Bewerken en spinnen van textielvezels |
10 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3 |
172 |
Weven van textiel: |
|
|
|
|
|
|
172 |
- aantal weefgetouwen < 50 |
10 |
10 |
100 |
0 |
100 |
3 |
173 |
Textielveredelingsbedrijven |
50 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
174, 175 |
Vervaardiging van textielwaren |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
1751 |
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken |
100 |
30 |
200 |
10 |
200 |
4 |
176, 177 |
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen |
0 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3 |
18 |
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT |
|
|
|
|
|
|
181 |
Vervaardiging kleding van leer |
30 |
0 |
50 |
0 |
50 |
3 |
182 |
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) |
10 |
10 |
30 |
30 |
30 |
2 |
183 |
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont |
50 |
10 |
10 |
10 |
50 |
3 |
19 |
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) |
|
|
|
|
|
|
192 |
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) |
50 |
10 |
30 |
10 |
50 |
3 |
193 |
Schoenenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3 |
20 |
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. |
|
|
|
|
|
|
2010.1 |
Houtzagerijen |
0 |
50 |
100 |
10 |
100 |
3 |
2010.2 |
Houtconserveringsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
2010.2 |
- met creosootolie |
200 |
30 |
50 |
10 |
200 |
4 |
2010.2 |
- met zoutoplossingen |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3 |
202 |
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken |
100 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3 |
203, 204 |
Timmerwerkfabrieken |
0 |
30 |
100 |
0 |
100 |
3 |
205 |
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken |
10 |
30 |
30 |
0 |
30 |
2 |
21 |
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN |
|
|
|
|
|
|
2111 |
Vervaardiging van pulp |
200 |
100 |
200 |
50 |
200 |
4 |
2112 |
Papier- en kartonfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2112 |
- p.c. < 3 t/u |
50 |
50 |
50 |
30 |
50 |
3 |
2112 |
- p.c. 3 - 15 t/u |
100 |
50 |
200 |
50 |
200 |
4 |
212 |
Papier- en kartonwarenfabrieken |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2121.2 |
Golfkartonfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2121.2 |
- p.c. < 3 t/u |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2121.2 |
- p.c. >= 3 t/u |
50 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
22 |
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA |
|
|
|
|
|
|
221 |
Uitgeverijen (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
2221 |
Drukkerijen van dagbladen |
30 |
0 |
100 |
10 |
100 |
3 |
2222 |
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) |
30 |
0 |
100 |
10 |
100 |
3 |
2222.6 |
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
2223 |
Grafische afwerking |
10 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
2223 |
Binderijen |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
2224 |
Grafische reproduktie en zetten |
30 |
0 |
10 |
10 |
30 |
2 |
2225 |
Overige grafische aktiviteiten |
30 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
223 |
Reproduktiebedrijven opgenomen media |
10 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
23 |
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN |
|
|
|
|
|
|
2320.2 |
Smeeroliën- en vettenfabrieken |
50 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3 |
24 |
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
2412 |
Kleur- en verfstoffenfabrieken |
200 |
0 |
200 |
200 |
200 |
4 |
2414.1 |
Methanolfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2414.1 |
- p.c. < 100.000 t/j |
100 |
0 |
200 |
100 |
200 |
4 |
2442 |
Farmaceutische produktenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2442 |
- formulering en afvullen geneesmiddelen |
50 |
10 |
50 |
50 |
50 |
3 |
2442 |
- verbandmiddelenfabrieken |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
2462 |
Lijm- en plakmiddelenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2462 |
- zonder dierlijke grondstoffen |
100 |
10 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2464 |
Fotochemische produktenfabrieken |
50 |
10 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2466 |
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
50 |
50 |
3 |
2466 |
Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. |
200 |
30 |
100 |
200 |
200 |
4 |
25 |
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF |
|
|
|
|
|
|
2512 |
Loopvlakvernieuwingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
2512 |
- vloeropp. < |
50 |
10 |
30 |
30 |
50 |
3 |
2512 |
- vloeropp. >= |
200 |
50 |
100 |
50 |
200 |
4 |
2513 |
Rubber-artikelenfabrieken |
100 |
10 |
50 |
50 |
100 |
3 |
252 |
Kunststofverwerkende bedrijven: |
|
|
|
|
|
|
252 |
- zonder fenolharsen |
200 |
50 |
100 |
100 |
200 |
4 |
26 |
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
261 |
Glasfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
261 |
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2615 |
Glasbewerkingsbedrijven |
10 |
50 |
50 |
30 |
50 |
3 |
262, 263 |
Aardewerkfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
262, 263 |
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW |
10 |
50 |
30 |
10 |
50 |
3 |
262, 263 |
- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW |
30 |
100 |
100 |
30 |
100 |
3 |
264 |
Baksteen en baksteenelementenfabrieken |
30 |
200 |
200 |
30 |
200 |
4 |
264 |
Dakpannenfabrieken |
50 |
200 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2652 |
Kalkfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2652 |
- p.c. < 100.000 t/j |
30 |
200 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2653 |
Gipsfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2653 |
- p.c. < 100.000 t/j |
30 |
200 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2661.1 |
Betonwarenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2661.1 |
- zonder persen, triltafels en bekistingtrille |
10 |
100 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2661.2 |
Kalkzandsteenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2661.2 |
- p.c. < 100.000 t/j |
10 |
100 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2662 |
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken |
50 |
100 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2663, 2664 |
Betonmortelcentrales: |
|
|
|
|
|
|
2663, 2664 |
- p.c. < 100 t/u |
10 |
100 |
100 |
10 |
100 |
3 |
2665, 2666 |
Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: |
|
|
|
|
|
|
2665, 2666 |
- p.c. < 100 t/d |
10 |
100 |
100 |
100 |
100 |
3 |
267 |
Natuursteenbewerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
267 |
- zonder breken, zeven en drogen |
0 |
30 |
100 |
0 |
100 |
3 |
2681 |
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken |
10 |
50 |
50 |
10 |
50 |
3 |
2682 |
Isolatiematerialenfabrieken (excl. Glaswol): |
|
|
|
|
|
|
2682 |
- overige isolatiematerialen |
200 |
100 |
100 |
50 |
200 |
4 |
2682 |
Minerale produktenfabrieken n.e.g. |
50 |
100 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2682 |
Asfaltcentrales |
100 |
50 |
200 |
30 |
200 |
4 |
28 |
VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) |
|
|
|
|
|
|
281 |
Constructiewerkplaatsen: |
|
|
|
|
|
|
281 |
- gesloten gebouw |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
281 |
- in open lucht, p.o. < |
30 |
50 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2822, 2830 |
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels |
30 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
284 |
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven |
10 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
284 |
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. |
50 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2851 |
Metaaloppervlaktebehandelingsbe-drijven: |
|
|
|
|
|
|
2851 |
- algemeen |
50 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- scoperen (opspuiten van zink) |
50 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2851 |
- thermisch verzinken |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- thermisch vertinnen |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- mechanische oppervlakte-behandeling (slijpen, polijsten) |
30 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2851 |
- anodiseren, eloxeren |
50 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2851 |
- chemische oppervlaktebehandeling |
50 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3 |
2851 |
- emailleren |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- galvaniseren (vernikkelen, ver-chromen, verzinken, verkoperen ed) |
30 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- stralen |
30 |
200 |
200 |
30 |
200 |
4 |
2851 |
- metaalharden |
30 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2851 |
- lakspuiten en moffelen |
100 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3 |
2852 |
Overige metaalbewerkende industrie |
10 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
287 |
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
287 |
- p.o. < |
30 |
50 |
200 |
30 |
200 |
4 |
287 |
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
29 |
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN |
|
|
|
|
|
|
29 |
Machine- en apparatenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
29 |
- p.o. < |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
29 |
- p.o. >= |
50 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
30 |
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS |
|
|
|
|
|
|
30 |
Kantoormachines- en computerfabrieken |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
31 |
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
311 |
Elektromotoren- en generatorenfabrieken |
200 |
30 |
30 |
50 |
200 |
4 |
312 |
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken |
200 |
10 |
30 |
50 |
200 |
4 |
313 |
Elektrische draad- en kabelfabrieken |
100 |
10 |
200 |
50 |
200 |
4 |
314 |
Accumulatoren- en batterijenfabrieken |
100 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3 |
316 |
Elektrotechnische industrie n.e.g. |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
32 |
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN –BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
321 t/m 323 |
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3 |
3210 |
Fabrieken voor gedrukte bedrading |
50 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
33 |
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN |
|
|
|
|
|
|
33 |
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
34 |
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS |
|
|
|
|
|
|
341 |
Autofabrieken en assemblagebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
341 |
- p.o. < |
100 |
10 |
200 |
30 |
200 |
4 |
3420.1 |
Carrosseriefabrieken |
100 |
10 |
200 |
30 |
200 |
4 |
3420.2 |
Aanhangwagen- en opleggersfabrieken |
30 |
10 |
200 |
30 |
200 |
4 |
343 |
Auto-onderdelenfabrieken |
30 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3 |
35 |
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) |
|
|
|
|
|
|
351 |
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
351 |
- houten schepen |
30 |
50 |
50 |
10 |
50 |
3 |
351 |
- kunststof schepen |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3 |
351 |
- metalen schepen < |
50 |
100 |
200 |
30 |
200 |
4 |
352 |
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: |
|
|
|
|
|
|
352 |
- algemeen |
50 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
353 |
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
353 |
- zonder proefdraaien motoren |
50 |
30 |
200 |
30 |
200 |
4 |
354 |
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken |
30 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3 |
355 |
Transportmiddelenindustrie n.e.g. |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
36 |
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. |
|
|
|
|
|
|
361 |
Meubelfabrieken |
50 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3 |
362 |
Fabricage van munten, sieraden e.d. |
30 |
10 |
10 |
10 |
30 |
2 |
363 |
Muziekinstrumentenfabrieken |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
364 |
Sportartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
365 |
Speelgoedartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
366 |
Vervaardiging van overige goederen n.e.g. |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
45 |
BOUWNIJVERHEID |
|
|
|
|
|
|
45 |
Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3 |
50 |
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS |
|
|
|
|
|
|
501, 502, 504 |
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
5020.4 |
Autoplaatwerkerijen |
10 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3 |
5020.4 |
Autobeklederijen |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
1 |
5020.4 |
Autospuitinrichtingen |
50 |
30 |
30 |
30 |
50 |
3 |
5020.5 |
Autowasserijen |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
503, 504 |
Handel in auto- en motorfiets-nderdelen en –accessoires |
0 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
505 |
Benzineservisestations: |
|
|
|
|
|
|
505 |
- met LPG |
30 |
0 |
30 |
100 |
100 |
3 |
505 |
- zonder LPG |
30 |
0 |
30 |
30 |
30 |
2 |
51 |
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING |
|
|
|
|
|
|
511 |
Handelsbemiddeling (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
5121 |
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
2 |
5122 |
Grth in bloemen en planten |
10 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5123 |
Grth in levende dieren |
50 |
10 |
100 |
0 |
100 |
3 |
5124 |
Grth in huiden, vellen en leder |
50 |
0 |
30 |
0 |
50 |
3 |
5125, 5131 |
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
2 |
5132, 5133 |
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën |
10 |
0 |
30 |
30 |
30 |
2 |
5134 |
Grth in dranken |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5135 |
Grth in tabaksprodukten |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5136 |
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk |
10 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5137 |
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen |
30 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5138, 5139 |
Grth in overige voedings- en genotmiddelen |
10 |
10 |
30 |
30 |
30 |
2 |
514 |
Grth in overige consumentenartikelen |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
5151.1 |
Grth in vaste brandstoffen: |
|
|
|
|
|
|
5151.1 |
- klein, lokaal verzorgingsgebied |
10 |
100 |
50 |
30 |
100 |
3 |
5151.2 |
Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: |
|
|
|
|
|
|
5151.2 |
- vloeistoffen, o.c. < |
50 |
0 |
50 |
200 |
200 |
4 |
5151.3 |
Grth minerale olieprodukten (excl. Brandstoffen) |
100 |
0 |
30 |
50 |
100 |
3 |
5152.1 |
Grth in metaalertsen: |
|
|
|
|
|
|
5152.2 /.3 |
Grth in metalen en –halffabrikaten |
0 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3 |
5153 |
Grth in hout en bouwmaterialen |
0 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3 |
5154 |
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur |
0 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
5155.1 |
Grth in chemische produkten |
50 |
10 |
30 |
100 |
100 |
3 |
5156 |
Grth in overige intermediaire goederen |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
5157 |
Autosloperijen |
10 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3 |
5157.2 /.3 |
Overige groothandel in afval en schroot |
10 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3 |
5162 |
Grth in machines en apparaten |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
517 |
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
52 |
REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN |
|
|
|
|
|
|
527 |
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. Auto's en motorfietsen) |
10 |
0 |
10 |
10 |
10 |
1 |
60 |
VERVOER OVER LAND |
|
|
|
|
|
|
6022 |
Taxibedrijven, taxistandplaatsen |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
6023 |
Touringcarbedrijven |
10 |
0 |
100 |
0 |
100 |
3 |
6024 |
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) |
0 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3 |
63 |
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER |
|
|
|
|
|
|
6312 |
Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3 |
64 |
POST EN TELECOMMUNICATIE |
|
|
|
|
|
|
641 |
Post- Koeriersdiensten |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
642 |
Telecommunicatiebedrijven |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
71 |
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN |
|
|
|
|
|
|
711 |
Personenautoverhuurbedrijven |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
712 |
Verhuurbedrijven voor transport-middelen (excl. Personenauto's) |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
713 |
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3 |
714 |
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
72 |
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE |
|
|
|
|
|
|
72 |
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
73 |
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK |
|
|
|
|
|
|
731 |
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk |
30 |
10 |
30 |
30 |
30 |
2 |
732 |
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
74 |
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
74 |
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
747 |
Reinigingsbedrijven voor gebouwen |
50 |
10 |
30 |
50 |
50 |
3 |
7481.3 |
Foto- en filmontwikkelcentrales |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
7484.3 |
Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten |
50 |
30 |
200 |
10 |
200 |
4 |
7484.4 |
Veilingen voor huisraad, kunst e.d. |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
75 |
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN |
|
|
|
|
|
|
7525 |
Brandweerkazernes |
0 |
0 |
50 |
0 |
50 |
3 |
90 |
MILIEUDIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
9000.2 |
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. |
50 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3 |
9000.2 |
Gemeentewerven (afval-inzameldepots) |
30 |
50 |
50 |
10 |
50 |
3 |
9000.3 |
Afvalverwerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
9000.3 |
-
Kabelbranderijen |
100 |
50 |
30 |
10 |
100 |
3 |
9000.3 |
- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) |
50 |
10 |
30 |
10 |
50 |
3 |
9000.3 |
- oplosmiddelterugwinning |
100 |
0 |
10 |
30 |
100 |
3 |
9000.3 |
- verwerking fotochemisch en galvano-afval |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
93 |
OVERIGE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
9301.1 |
Wasserijen en strijkinrichtingen |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3 |
9301.1 |
Tapijtreinigingsbedrijven |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3 |
9301.2 |
Chemische wasserijen en ververijen |
30 |
0 |
30 |
30 |
30 |
2 |
9301.3 |
Wasverzendinrichtingen |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
Opdrachtgever: Gemeente
Grootegast Contactpersoon: De
heer J. Urban Bestemmingsplan: BügelHajema
Adviseurs Fotografie: BügelHajema
Adviseurs Projectleiding: De
heer mr. BügelHajema
Adviseurs Supervisie: De
heer drs. P.J.R. Bügel, BügelHajema Adviseurs Projectnummer: 110.00.02.45.01 BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening
en Milieu BNSP Vaart nz 48-50 Postbus 274 9400 AG Assen Telefoon (0592) 31 62 06 Telefax (0592) 31 40 35 www.bugelhajema.nl E-mail: assen@bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
Colofon