|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
Begrippen |
|||||||
|
|||||||
1.1 |
bestemmingsplan Delfzijl - Kern Noord de geometrisch bepaalde planobjecten met
bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0010.17BP-0501, vastgesteld door de
raad van de gemeente Delfzijl bij besluit van 10 juni 2010; |
||||||
1.2 |
plan het wijzigingsplan “Delfzijl - Ubbenslaan 1”
van de gemeente Delfzijl; |
||||||
1.3 |
wijzigingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met
bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0010.17WP9933GD1-VG01. |
||||||
|
|||||||
Groen |
|||||||
|
|||||||
|
De regels
van het bestemmingsplan “Delfzijl - Kern Noord” zijn van toepassing. |
||||||
|
|||||||
Tuin |
|||||||
|
|||||||
|
De regels
van het bestemmingsplan “Delfzijl - Kern Noord” zijn van toepassing. |
||||||
|
|||||||
Verkeer - Verblijfsgebied |
|||||||
|
|||||||
|
De regels
van het bestemmingsplan “Delfzijl - Kern Noord” zijn van toepassing. |
||||||
|
|||||||
Waarde - Archeologie 4 |
|||||||
|
|||||||
5.1 |
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde -
Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische (verwachtings)waarden. |
||||||
5.2 |
Bouwregels |
||||||
5.2.1 |
Op of in deze gronden mogen
geen bouwwerken worden gebouwd waarbij de bodem dieper dan a. bouwwerken
ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte met
ten hoogste b. bouwwerken
met een oppervlakte kleiner dan |
||||||
5.3 |
Afwijking van de bouwregels Met een omgevingsvergunning
kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1, mits: a. op basis
van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond
dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis
van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond
dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden
geschaad, of; c. één of meer
van de volgende voorwaarden in acht genomen wordt: 1. een
verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor
archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of; 2. een
verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van
opgravingen, of; 3. een
verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige
op het terrein van de archeologische monumentenzorg. Indien er voornemens zijn om aan de afwijking
voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies
gevraagd. |
||||||
5.4 |
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde,
of van werkzaamheden |
||||||
5.4.1 |
Voor de volgende werken,
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het
ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden over een oppervlakte
groter dan b. het woelen,
mengen, diepploegen of ontginnen van gronden of een naar de aard daarmee
gelijk te stellen grondbewerking met een oppervlakte groter dan c. het graven
of dempen van waterlopen; d. het graven
van sleuven breder dan e. het
aanbrengen van systematische drainage, niet zijnde sleufloze drainage of
kettingdrainage, in agrarische percelen dieper dan |
||||||
5.4.2 |
Het bepaalde in lid 5.4.1
is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
die: a. het normale
onderhoud en het normaal gebruik betreffen; b. vallen
binnen de bebouwde delen van de bouwpercelen; c. reeds in
uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; d. mogen
worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning; e. aanvaardbaar
zijn op basis van een eerder onderzoek waaruit is gebleken dat ter plaatse
geen archeologische waarden aanwezig zijn. |
||||||
5.4.3 |
Een omgevingsvergunning kan
slechts worden verleend indien: a. op basis
van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond
dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis
van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond
dat de archeologische waarden door de werken en/of werkzaamheden niet
onevenredig worden geschaad, of; c. één of meer
van de volgende voorwaarden in acht genomen wordt: 1. een
verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor
archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of; 2. een
verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van
opgravingen, of; 3. een
verplichting de werken en/of de werkzaamheden te laten begeleiden door een
deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg. Indien er voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het
uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden
te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd. |
||||||
|
|||||||
Wonen - 1 |
|||||||
|
|||||||
6.1
|
Bestemmingsomschrijving De voor
'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen al
dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden
beroep en/of bedrijf; met de daarbij behorende: b. groenvoorzieningen en water; c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. openbare nutsvoorzieningen. In de bestemming zijn niet begrepen: - seksinrichtingen. |
||||||
6.2 |
Bouwregels |
||||||
6.2.1 |
Voor het
bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a.
als
hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b.
een
hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat
per hoofdgebouw één (of in geval van hoekpercelen meerdere) gevel(s) in de
naar de weg gekeerde bouwgren(s)(zen) word(t)(en)
gebouwd; c.
het
aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal bedragen, voor zover
op de plankaart het aantal woningen is aangegeven, bedraagt het aantal
woningen per bouwvlak ten hoogste het aantal woningen dat op de plankaart is
aangegeven; d.
de
woningen worden vrijstaand gebouwd; e.
de afstand
van hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
bedraagt niet minder dan f.
de goothoogte
bedraagt niet meer dan g.
de
bouwhoogte bedraagt niet meer dan h.
de dakhelling
bedraagt niet meer dan 60°, dan wel de dakhelling van het bestaande gebouw
indien deze meer of minder bedraagt; i.
een
bouwperceel mag niet meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande
percentage indien dit meer is. |
||||||
6.2.2 |
Voor het
bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende
regels: a.
er
dient b.
de
afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
bedraagt niet minder dan c.
de goothoogte
mag niet meer dan d.
de
bouwhoogte mag niet meer dan e.
de gezamenlijke
oppervlakte mag niet meer dan f.
de
gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het
hoofdgebouw; g.
een
bouwperceel mag voor niet meer dan 50 % worden bebouwd, dan wel het bestaande
percentage indien dit meer is. |
||||||
6.2.3 |
Voor het
bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de
bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan b.
de
bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten
hoogste |
||||||
6.3 |
Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op
het voorkomen van een onevenredige aantasting van: -
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; - het straat- en bebouwingsbeeld; - de verkeersveiligheid; nadere eisen stellen aan: a.
de
plaats van gebouwen in die zin dat de gebouwen in de naar de weg gekeerde
bouwgrens moeten worden gebouwd; b.
de
plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
||||||
6.4 |
Ontheffing van de bouwregels Burgemeester
en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; - het straat- en bebouwingsbeeld; - de verkeersveiligheid; ontheffing
verlenen van het bepaalde in: a. lid 6.2, sub 1 onder e: ten behoeve van een kleinere
afstand tot de grens van het bouwperceel, dan wel het bouwen op de grens van
het bouwperceel; b. lid 6.2, sub 2 onder a: ten behoeve van een kleinere
afstand tot de afstand van de weg gekeerde gevel c.q. toestaan dat voor de
naar de weg gekeerde gevel wordt gebouwd; c. lid 6.2, sub 2 onder a: voor de bouw van erkers en
toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel tot een diepte van d. lid 6.2, sub 2 onder b: ten behoeve van een kleinere
afstand tot de grens van het bouwperceel, dan wel het bouwen op de grens van
het bouwperceel; e. lid 6.2, sub 2 onder e: - ten behoeve van een vergroting van de
oppervlakte met aan- en uitbouwen met maximaal of, -
ten
behoeve van een vergroting van de oppervlakte met aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen met maximaal |
||||||
6.5 |
Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik met deze bestemming
zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval
gerekend: a.
het
gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b.
het
gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden
beroep en/of bedrijf, zodanig dat: -
de
bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan
30% van de totale gezamenlijke beganegrondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op
een bouwperceel; -
de
bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan -
het
nevengebruik wordt uitgeoefend door iemand anders dan de bewoner van de
woning; -
de
activiteiten vergunning- of meldingplichtig zijn
ingevolge de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving; -
de
bedrijfsactiviteiten niet voorkomen in of gelijk zijn te stellen met
categorie 1 als vermeld in de bijlage opgenomen staat van bedrijven; -
de
activiteiten betrekking hebben op detailhandel, horeca of seksinrichtingen; -
de
beroeps- of bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing nadelige invloed
heeft op de normale afwikkeling van het verkeer of onevenredige parkeerdruk
veroorzaakt, ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient
te worden geparkeerd op eigen terrein; -
reclame-uitingen
worden aangebracht, met uitzondering van de op de grond van de Algemene
Plaatselijke Verordening vergunningsvrije vormen; c.
het
gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen,
anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens deze bestemming
toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; d.
het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; e.
het
gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen. |
||||||
|
|||||||
Van toepassing verklaring |
|||||||
|
|||||||
|
Ten aanzien van de in het plan van wijziging
begrepen gronden geldt dat de regels, gegeven in het bestemmingsplan “Delfzijl
- Kern Noord”, vastgesteld door de gemeenteraad 10 juni 2010, van toepassing
zijn. Voor de bij dit wijzigingsplan betrokken gronden
geldt dat de voorschriften van - artikel 1 Begrippen, - artikel 2 Wijze van meten, - artikel 7 Groen, - artikel 10 Tuin, en - artikel 13 Verkeer - Verblijf van overeenkomstige toepassing zijn. |
||||||
|
|||||||
Slotregel |
|||||||
|
|||||||
|
Deze regels kunnen worden aangehaald als “Regels
van het wijzigingsplan Delfzijl - Ubbenslaan 1”. Aldus vastgesteld door het college van
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delfzijl in haar vergadering van 21 oktober 2014. |
||||||
|
|||||||
|
|
||||||