|
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Gemengd |
|||||||||
|
|||||||||
6.1 |
Bestemmingsomschrijving De voor
'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen,
uitsluitend op de tweede bouwlaag en hoger, met uitzondering van de gronden die
op de plankaart zijn aangeduid met ‘wonen’ waar wonen tevens op de begane
grond is toegestaan; b.
detailhandel; c.
zakelijke
dienstverlening; d.
dienstverlenend
bedrijf; e.
maatschappelijke
voorzieningen; f.
reparatie-, verhuur- en installatiebedrijven, welke wat betreft
geur, stof, geluid en gevaar toelaatbaar zijn naast woningen; g.
horecabedrijf,
categorie I; met de daarbijbehorende: h.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen; i.
openbare
nutsvoorzieningen; j.
groenvoorzieningen
en water. In de
bestemming zijn niet begrepen: -
seksinrichtingen. Onder het doel detailhandel is geen detailhandel
in volumineuze goederen begrepen indien de verkoopvloeroppervlakte meer dan Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen als bedoeld in
de Algemene Plaatselijke Verordening waarvoor op basis van deze verordening
een evenementenvergunning kan worden verleend. |
||||||||
6.1.1 |
Beschrijving
in hoofdlijnen De in lid 6.1 gegeven doeleinden zullen worden
nagestreefd op de hierna beschreven wijze. De bepalingen in deze beschrijving
in hoofdlijnen gelden als afstemmings- en
uitvoeringsbepalingen en als toetsingsbepalingen met betrekking tot het
stellen van nadere eisen, het verlenen van ontheffing en de toepassing van
wijzigingsbevoegdheden. Toelaatbaarheid bedrijven De toelaatbaarheid van de in lid 6.1 onder f
bedoelde bedrijven met het oog op het woon- en leefklimaat wordt bepaald aan
de hand van de bij de regels gevoegde Staat van bedrijven. Bedrijven, die wat
betreft geur, stof, gevaar en geluid vergelijkbaar zijn met de bedrijven
genoemd in categorie 1 zijn zonder meer toelaatbaar. Voorzover een bedrijf niet of
in een naast hogere categorie in de Staat van bedrijven voorkomt, dan wel
daarmee vergelijkbaar is, gaan burgemeester en wethouders bij een verzoek om
ontheffing na of het betreffende bedrijf, naar aard en effecten op het woon-
en leefklimaat van de aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen voorwaarden,
wat betreft geur, stof, gevaar en geluid kan worden gelijkgesteld met de
bedrijven genoemd in categorie 1 uit de Staat van bedrijven. |
||||||||
6.2 |
Bouwregels |
||||||||
6.2.1 |
Voor het
bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a.
de
gebouwen dienen binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak te worden
gebouwd; b.
de
goothoogte bedraagt niet meer dan de op de plankaart aangegeven goothoogte,
dan wel niet meer dan de goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer
bedraagt; c.
de
bouwhoogte bedraagt niet meer dan de op de plankaart aangegeven bouwhoogte,
dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het bestaande gebouw indien deze meer
bedraagt. |
||||||||
6.2.2 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, gelden de volgende regels: a.
de
bouwhoogte bedraagt niet meer dan b.
de
bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten
hoogste |
||||||||
6.3 |
Nadere eisen Burgemeester
en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige
aantasting van: -
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; -
het
straat- en bebouwingsbeeld; -
de
verkeersveiligheid; nadere
eisen stellen aan: a.
de
plaats van gebouwen in die zin dat de gebouwen in de naar de weg gekeerde
bouwgrens moeten worden gebouwd; b.
de
plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
||||||||
6.4 |
Ontheffing van de gebruiksregels Burgemeester en
wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor de
vestiging van bedrijven genoemd in een naast hogere categorie en bedrijven
die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee kunnen worden
gelijkgesteld, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; -
het
straat- en bebouwingsbeeld; -
de
verkeersveiligheid. |
||||||||