direct naar inhoud van Regels

Loenen aan de Vecht

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1904.BPLoenenadVechtLNN-VG01

Artikel 16 Tuin - 1

 

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. tuinen;

  2. erven ten behoeve van op aangrenzende gronden gelegen woonschepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'erf';

 

met daarbij horende:

  1. parkeervoorzieningen;

  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  3. overige functioneel met de bestemming 'Tuin - 1' verbonden voorzieningen.

 

16.2 Bouwregels

 

16.2.1 Gebouwen en overkappingen

Gebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van:

  1. Bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met inachtneming van de volgende bouwregels:

  1. De goothoogte bedraagt ten hoogste 3 m.

  2. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6 m.

  1. Bijbehorende bouwwerken bij woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'erf', waarvoor de volgende bouwregels gelden:

  1. Het aantal bijbehorende bouwwerken per woonschip bedraagt ten hoogste 1.

  2. De oppervlakte per bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 9 m2.

  3. De goothoogte bedraagt ten hoogste 3 m.

  4. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m.

  1. Erkers of toegangsportalen aan de voor- of zijgevel van een hoofdgebouw, waarvoor de volgende bouwregels gelden:

  1. De bouw van een erker of toegangsportaal mag niet ten koste gaan van parkeerplaatsen op eigen erf.

  2. De breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw.

  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw plus 0,30 m.

  4. De horizontale diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,25 m.

 

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar het openbaar gebied gekeerde voorgevelrooilijn van van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m.

  2. Voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar het openbaar gebied gekeerde voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gelden de volgende bouwregels:

  1. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2 m.

  2. In afwijking van het bepaalde onder 1 bedraagt de bouwhoogte op de gronden die binnen een afstand van 10 meter van de voor de Vecht geldende bestemming 'Water' liggen ten hoogste 1 m.

  1. Voor de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zoals pergola's, gelden de volgende bouwregels:

  1. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2,5 m.

  2. In afwijking van het bepaalde onder 1 bedraagt de bouwhoogte op de gronden die binnen een afstand van 10 meter van de voor de Vecht geldende bestemming 'Water' liggen ten hoogste 1 m.

  1. In afwijking van het bepaalde onder a tot en met c gelden ter plaatse van de aanduiding 'erf' de volgende bouwregels:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zoals pergola's, bedraagt ten hoogste 2,5 m.

 

16.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden ten behoeve van opslag van materialen en goederen.