Toelichting De bestemming Wonen is
toegekend aan alle locaties waar sprake is van bewoning anders dan als
onderdeel van een andere bestemming, zoals een agrarisch of niet-agrarisch
bedrijf. De maximaal toegestane inhoud van een woning is 600m3. Voor de
woningen gerealiseerd op basis van de Ruimte voor Ruimte regeling geldt geen
maximale inhoud. Voor (voormalige) woonboerderijen met een zeker
cultuurhistorisch karakter geldt dat de totale bouwmassa, dus inclusief
inpandige bedrijfsruimten, gebruikt en verbouwd mag worden voor
woondoeleinden. Leeswijzer Om van de algemene regelingen
en bepalingen op de hoogte te zijn, dient u naast dit artikel met name de
volgende planregels te raadplegen: Artikel 1 t/m 3 Inleidende regels; Artikel 22 t/m 29 Algemene regels; Als u iets wilt dat niet lijkt
te passen binnen de bestemming, kunt u de flexibiliteitregels van artikel 30
en 31 raadplegen om te kijken of deze wel mogelijkheden bieden. |
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden
zijn bestemd voor:
1. De huisvesting van één huishouden dat er zijn hoofdverblijf
heeft.
2. Per bestemmingsvlak
is één woning toegestaan. Voor bestemmingsvlakken met de aanduiding “maximum
aantal wooneenheden” geldt het daarin aangegeven aantal als het maximum.
3. Voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie.
4. Bij
bestemmingsvlakken met de aanduiding “specifieke vorm van wonen –
woonboerderij” zijn de gronden
tevens bestemd voor het behoud, versterking en/of herstel van de aan de (voormalige) woonboerderijen eigen zijnde
cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Voor deze panden geldt dat de totale
bouwmassa van de oorspronkelijke woonboerderij, zoals deze bestond op het
tijdstip van ter visie legging van het ontwerp- bestemmingsplan, verbouwd en
gebruikt mag worden voor wonen.
5. Bij de woningen met
de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen- recreatieve nevenactiviteiten’ voor
recreatieve nevenactiviteiten.
15.2. Bouwregels
Op of in de in 15.1 bedoelde
gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels.
1. Herbouw (nieuwbouw)
van een bestaande woning is alleen toegestaan indien deze plaatsvindt op de
bestaande fundering.
2. De woning mag een inhoud hebben van maximaal 600m³.
3. Voor het
bestemmingsvlakken met de aanduiding “Ruimte voor ruimte” geldt geen maximale
inhoud. Voor dit bestemmingsvlak geldt verder dat er slechts mag worden gebouwd
met inachtneming van het beleidsdocument “Gereedschapskist” dat de gemeenteraad
heeft vastgesteld op 5 maart 2009.
4. De maximale goothoogte is 4,5m¹, tenzij uit de verbeelding
een andere hoogte blijkt
5. De maximale bouwhoogte 8m¹, tenzij uit de verbeelding een
andere hoogte blijkt
6. De afstand tussen de hoofdgebouwen mag maximaal 15m¹ zijn
7. Bij woningen is een bijbouw toegestaan met een oppervlakte
van maximaal 100m², een
goothoogte
van maximaal 3m¹ en een bouwhoogte van maximaal 5,5m¹.
8. Bij woningen zijn bouwwerken geen gebouw zijnde(vb. carports
en overkappingen) toegestaan
met een oppervlakte van maximaal 50 m2, een goothoogte van maximaal 3 m en en bouwhoogte van maximaal 5,5 m.
9. De maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen
zijnde is 8m¹
10. De hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2m¹ zijn.
11. De minimale afstand tot de zijdelingse en achterste
perceelsgrens is 3m¹
12. De maximale oppervlakte van uitbreiding van bebouwing zonder
erfbeplanting is 20m².
15.3. Specifieke
gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de
bestemming als bedoeld in artikel 25 wordt in ieder geval verstaan:
1. Het gebruiken van bijgebouwen voor bewoning
2. Het gebruiken van gronden en gebouwen voor
bedrijfsactiviteiten
3. Het aanleggen van mest- of waterbassins van folie
15.4. Aanlegvergunningregels
Het is verboden op of in de in 15.1.
bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders ( aanlegvergunning) erfbeplanting te verwijderen.
Geen aanlegvergunning is vereist
voor normaal onderhoud en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van
maximaal 40cm).
Deze werken en/of werkzaamheden zijn
slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de
bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of
werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de
(dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.
15.5. Flexibiliteitregels
In de algemene regels en de artikelen 30
en 31 van dit bestemmingsplan zijn de eventueel van toepassing
zijnde ontheffingen en wijzigingsmogelijkheden opgenomen.