ARTIKEL

6.

Wonen – Uit te werken

 

 

 

 

 

 

 

6.1.

Bestemmingsomschrijving.

 

 

 

 

De gronden, binnen het bestemmingsvlak ‘Wonen – Uit te werken’ zijn bestemd voor:

 

a.

wonen;

 

b.

verkeer en verblijf (waaronder parkeren);

 

c.

groenvoorzieningen;

 

d.

kleine voorzieningen voor openbaar nut;

 

e.

geluidwerende voorzieningen in de vorm van een wal of scherm in het aanduidingsvlak ‘geluidwal - (gw)’;

 

f.

voorzieningen van waterstaatkundige aard;

 

g.

behoud van archeologische waarden;

 

 

 

 

 

 

met de daarbij behorende:

 

 

 

 

h.

tuinen, erven en terreinen;

 

i.

bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.2.

Uitwerkingsregels.

 

 

 

 

 

Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in artikel 6.1. omschreven bestemming uit met inachtneming van het gestelde in de volgende regels:

 

a.

er mogen maximaal 620 woningen worden gebouwd. Minimaal 8% en maximaal 15% van deze te bouwen woningen zal bestaan uit sociale huurwoningen, minimaal 5% en maximaal 10% van deze te bouwen woningen zal bestaan uit sociale koopwoningen en minimaal 30% en maximaal 40% van deze te bouwen woningen zal in particulier opdrachtgeverschap worden ontwikkeld;

 

b.

Voor het bouwen van hoofd-, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de bepalingen als genoemd in artikel 5 ‘Wonen’ van dit bestemmingsplan;

 

c.

De gronden worden voor gemotoriseerd verkeer aan de oostzijde en de westzijde ontsloten;

 

d.

Bij nieuw op te richten geluidgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder dient voldaan te worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, of een maximale waarde van 53 dB;

 

e.

Het uitwerkingsplan dient zodanig te worden ingericht, dat geen bouwlocaties worden geprojecteerd binnen individuele milieucirkels van bedrijven of die van schutterij St. Sebastianus;

 

g.

Het inrichtingsplan dient  te worden gebaseerd  op de  bestaande lint-, cluster-, en driesbebouwing in het plangebied, waarbij een zodanige -ecologische- buffer ten opzichte van de bestaande bebouwing wordt aangehouden dat de contour van de kransakkernederzetting beleefbaar blijft;

 

h.

Bij de uitwerking dient rekening gehouden te worden dat hoogtematen, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de nieuwbouw gelegen in een gemeentelijk stads- en dorpsgezicht en nieuwbouw gelegen in de directe omgeving van bouwwerken, die zijn aangeduid als gemeentelijk dan wel rijksmonument, afgestemd zijn op de historische karakteristiek van het gemeentelijk stads- en dorpsgezicht dan wel deze monumenten.

 

 

 

 

 

 

 

6.3.

Bouwregels.

 

 

 

 

a.

Zolang en voor zover de in artikel 6.2. bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen geen bouwwerken worden opgericht;

 

b.

Er mogen geen bouw- of graafwerkzaamheden plaatsvinden voordat voor alle percelen een bodemonderzoek heeft plaatsgevonden en ter plaatse van de archeologische vindplaatsen 4 t/m 10, zoals weergegeven in de toelichting behorende bij dit plan, definitief zijn opgegraven en vrijgegeven;

 

c.

De maximaal toegestane hoogte van de geluidwal bedraagt 5 m;

 

 

 

 

 

 

6.4.

Ontheffing van de bouwregels

 

 

 

 

 

6.4.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.3, onder a voor het oprichten van bouwwerken mits het bouwplan in overeenstemming is met het vastgestelde uitwerkingsplan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.5.

Aanlegvergunning.

 

 

 

 

 

 

6.5.1.

Verbodsbepaling.

 

 

 

 

 

 

Het is verboden op de tot ‘Wonen – Uit te werken’ bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voe­ren:

 

a.

ter plaatse van de aanduiding ‘natuurwaarden - (nw)’: het kappen van alle houtgewassen dan wel het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden waardoor deze houtopstanden direct dan wel indirect beschadigd raken.

 

 

6.5.2.

Normaal onderhoud.

 

 

Het onder 6.5.1. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

a.

waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het  bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend, dan wel die krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd;

b.

die het normale onderhoud en beheer betreffen.

 

 

6.5.3.

Toelaatbaarheid.

 

 

Werken of werkzaamheden als bedoeld onder 6.5.1, onder a zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de natuurwaarden ontstaat of kan ontstaan.