De voor ‘Wonen’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a
het wonen, in de
vorm van grondgebonden woningen, boven- en benedenwoningen en kamerbewoning tot maximaal 4
personen per woning;
b
aan huis
gebonden beroepen en bedrijven;
c
tuinen,
erven en onbebouwde erven;
d
waterhuishoudkundige
voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en
infiltratievoorzieningen;
met de daarbij behorende:
e
hoofd- en
bijgebouwen, aan- en uitbouwen;
f
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde;
g
voorzieningen
van algemeen nut.
Voor het bouwen van gebouwen
en bouwwerken gelden de volgende regels:
a
Alleen
gebouwen ten behoeve van de bestemming en aanduidingen mogen worden gebouwd.
b
Gebouwen mogen
uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak.
c
Het
bebouwingspercentage van het bouwperceel voor hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
65%.
Voor het bouwen van
hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a
Nieuwbouw,
met uitzondering van vervangende nieuwbouw, is niet toegestaan.
b
Hoofdgebouwen
zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
bouwaanduiding – hoofdgebouw’.
c
Toegestaan
zijn grondgebonden woningen overeenkomstig de volgende aanduiding:
1 aaneengebouwde woningen ter plaatse van de aanduiding
‘aaneengebouwd’;
2 twee-aaneen gebouwde woningen er plaatse van de
aanduiding ‘twee-aaneen’;
3 vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding
‘vrijstaand’.
d
De
hoofdgebouwen dienen in en evenwijdig aan de voorgevelrooilijn te worden
geplaatst.
e
De
goothoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte op het tijdstip
van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
f
De
bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte op het tijdstip
van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Voor het bouwen van aan- en
uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
a
Aan- en
uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste
b
In
hoeksituaties dienen aan- en uitbouwen en bijgebouwen op een afstand van ten
minste
c
De
gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer
bedragen dan:
1
2
met dien verstande dat het maximale bouwpercentage als
hiervoor bedoeld onder lid 16.2.1 sub c niet mag worden overschreden.
d
De
goothoogte van aan –en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan
e
De hoogte
van aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een platdak mag niet meer dan
f
In
afwijking van het bepaalde onder a t/m c van dit lid, mogen aan- en uitbouwen
worden aangebouwd voor de voorgevel, met een diepte van maximaal
Voor het bouwen van
voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
a
De
bouwhoogte mag niet meer dan
b
De
oppervlakte van voorzieningen van algemeen nu mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken
geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a
Erf- en
terreinafscheidingen hoger dan
In hoeksituaties dienen erf- en
terreinafscheidingen hoger dan
b
De hoogte
van andere bouwwerken mag maximaal
1 vlaggenmasten, waarvan de hoogte niet meer dan
2 speeltoestellen, waarvan de hoogte niet meer dan
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd nadere eisen stellen ten aanzien van:
a
de situering
en/of afmetingen van bouwwerken;
b
de kapvorm
van gebouwen;
c
de aanleg
en omvang van parkeergelegenheid op eigen terrein;
d
de in het
kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse)
waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming
van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of
aan te brengen oppervlakteverharding.
De toepassing van nadere eisen
als bedoeld onder a t/m c door burgemeester en wethouders zal gericht zijn op
het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
a
het straat-
en bebouwingsbeeld;
b
de
woonsituatie (wooncomfort kwaliteit woongenot van de directe omgeving);
c
de
gebruiksmogelijkheden (op eigen terrein en op aangrenzende gronden);
d
de
milieusituatie;
e
de verkeersveiligheid;
f
de
parkeerruimte op eigen terrein;
g
de sociale
veiligheid;
h
de
brandveiligheid.
Tot een gebruik strijdig met
deze bestemming wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
a
vrijstaande
bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning;
b
woningen voor
kamerbewoning voor meer dan 4 personen per woning;
c
parkeren
vóór de voorgevel bij aaneengesloten bebouwing;
d
bed and
breakfast.
Beroepen en bedrijven (in
maximaal categorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten) aan huis zijn
toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a
De
woonfunctie blijft overwegend behouden.
b
De beroeps-
en/of bedrijfsoppervlakte bedraagt niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van
het hoofdgebouw en de aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen, met een maximum van
c
De beroeps-
en/of bedrijfsactiviteiten worden hoofdzakelijk door de bewoners van het
hoofdgebouw zelf uitgeoefend.
d
De beroeps-
en/of bedrijfsactiviteiten hebben geen hoger bronvermogen dan 50 dB(A)/m²
etmaalwaarde.
e
De woning
en de bij de woning behorende bijgebouwen blijven aan het Bouwbesluit c.q. de
Bouwverordening voldoen.
f
De beroeps-
en/of bedrijfsactiviteiten geen parkeeroverlast voor de directe (woon)omgeving
veroorzaken of dat hierdoor geen extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn.
g
Er ontstaat
geen (overig) gevaar, schade, hinder of overlast voor de (woon)-omgeving.
h
Er wordt
geen detailhandel uitgeoefend, met uitzondering van detailhandel die
ondergeschikt is aan en verband houdt met de ter plekke uitgeoefende
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
i
Er worden
geen horeca-activiteiten worden uitgeoefend.
j
Er
wordt/worden geen prostitutiebedrijf, seksinrichting of aanverwante
activiteiten op erotisch en/of pornografisch gebied wordt/worden uitgeoefend.
a
Het bevoegd
gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde
in artikel 16.4 sub c ten behoeve van het parkeren vóór de voorgevel, mits
voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
1
Parkeren
vóór de voorgevel leidt niet tot stedenbouwkundige bezwaren.
2
Parkeren
kan niet anderszins gerealiseerd worden.
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd de bestemming ‘Wonen’ te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf –
a
Bedrijfswoningen
zijn niet toegestaan.
b
Er zijn
geen milieuhygiënische belemmeringen.
c De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
a
Het wonen ter
plaatse gedurende minimaal een jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan
te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.