Artikel
De
voor ‘Wonen - C
a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
met daaraan ondergeschikt:
b. groenvoorzieningen;
c. parkeervoorzieningen;
d. speelvoorzieningen;
e. wegen, straten en paden;
f. water;
g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
h. tuinen, erven en verhardingen;
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
31.2.1 Bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende regels:
a. de woonhuizen zullen aaneen worden gebouwd;
b.
de gebouwen zullen met ten minste
c. het aantal woningen zal ten hoogste het in de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ aangegeven aantal bedragen;
d.
de goot- en bouwhoogte zal ten hoogste
- de
goothoogte binnen een afstand van
31.2.2 Bouwen van gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak gelden de volgende regels:
a. de goot-
en bouwhoogte van niet-vrijstaande gebouwen zal ten hoogste
b. de goot- en
bouwhoogte van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste
c. de
bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste
d. de gezamenlijke
oppervlakte van de gebouwen en overkappingen per bouwperceel zal ten hoogste
e. de
oppervlakte van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste
31.2.3 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid 31.1 onder i. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste
b.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, zal ten hoogste
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden;
d. het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf;
e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan
-
-
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a. de
bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Wonen – C
b.
de bestemming wordt gewijzigd in de
bestemming(en) ‘Wonen – A
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het gebied, waarbij met name wordt uitgegaan van de oppervlakte en de ligging van de gebouwen op de aangrenzende bouwpercelen;
c. de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 31.4.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: