Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven in de categorieën 1 tot en met 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  2. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen

'caravanstalling' een caravanstalling;
'detailhandel' detailhandel;
'detailhandel volumineus' detailhandel in volumineuze goederen;
'bedrijven tot en met categorie 1' bedrijven in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
'bedrijven tot en met categorie 2' bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
'specifieke vorm van bedrijf- agrarisch bedrijf'
  'specifieke vorm van bedrijf-
een bedrijf ten behoeve van de vervaardiging van metaal (sbi-code 2875);  
productiebedrijf' een productiebedrijf (sbi-code 21211 en 3663);
'specfieke vorm van bedrijf- risicovolle inrichting'

'specifieke vorm van bedrijf-
een zuivelfabriek (sbi-code 1551);  
een woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde goederen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven. Bouwregels
gebouwd binnen het bouwvlak; ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
vlaggenmasten 6,5 m; erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.  
Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage I) dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk wordt gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2; geen onevenredige aantasting plaats vindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  1. een woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  2. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde goederen;
  3. nutsvoorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'nutsvoorziening;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. gebouwd binnen het bouwvlak;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan.
4.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
  1. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 6 m;
  2. vlaggenmasten 6,5 m;
  3. erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;
  4. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;
  5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
4.3.1 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
lid 4.1 onder a, voor het toestaan van een ander bedrijf dan op grond van de betreffende categorie is toegestaan, mits:
  1. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage I) dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk wordt gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
  2. geen onevenredige aantasting plaats vindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. de omgevingsvergunning kan niet worden verdeeld voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduidingen -specifieke vorm van bedrijf- productiebedrijf', - 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch bedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - metaalverwerkingsbedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - risicovolle inrichting' en 'specifieke vorm van bedrijf - zuivelfabriek' met dien verstande dat bedrijven in de categorieën 1 tot en met 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet zijn toegestaan.