De voor "Wonen"
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
wonen,
b.
beroep
of bedrijf aan huis, en
c.
tuinen
en erven;
alsmede voor:
d.
ter
plaatse van de aanduiding bedrijf tot en met categorie 2, is in en onder de begane
grondlaag van de gebouwen lichte bedrijvigheid toegestaan die in de van deze regels deel uitmakende
bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2;
met dien verstande dat:
e.
artikel 18 met voorrang van toepassing is, voorzover
de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie
1;
f.
artikel
19 met voorrang van toepassing is, voorzover de
gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie 2;
g.
artikel
20 met voorrang van toepassing is, voorzover de
gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Cultuurhistorie
2.
Op en in de gronden
als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
a.
woningen,
b.
bijgebouwen
en overkappingen, en
c.
andere
bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde
overkappingen.
Voor het bouwen van
bouwwerken als bedoeld in lid 13.2.1 de volgende bepalingen:
a.
binnen
bouwvlakken mag het bebouwingspercentage 100% bedragen;
woningen
b.
woningen
mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
c.
binnen
bouwvlakken mogen woningen uitsluitend worden gebouwd op de daarbij aangegeven
wijze ter plaatse van de aanduiding:
naam
aanduiding |
bouwwijze |
aaneengebouwd |
aaneen, niet-gestapeld |
gestapeld |
gestapeld |
twee-aan-een |
halfvrijstaand of
vrijstaand (niet achter elkaar t.o.v. de weg) |
vrijstaand |
vrijstaand |
d.
ter
plaatse van de aanduiding maximum aantal wooneenheden mag het aangeduide aantal
wooneenheden niet worden overschreden;
e.
binnen
een bouwvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde
woningen de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse
perceelsgrens niet minder dan
f.
binnen
het bouwvlak mag de goothoogte maximaal
g.
de
bouwhoogte van gestapelde woningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter
plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’,
h.
de brutovloeroppervlakte van gestapelde woningen bedraagt niet
minder dan
bijgebouwen
en overkappingen
i.
bijgebouwen
en overkappingen mogen ook buiten bouwvlakken worden gebouwd, op ten minste
j.
de
gezamenlijke oppervlakte van bouwvergunningplichtige
bijgebouwen en overkappingen, mag bij elke woning niet meer dan
k.
in
aanvulling op het bepaalde onder j, mag de gezamenlijke oppervlakte van bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen
toenemen met 2% van het bouwperceel, met een maximum van
l.
de
gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, overkappingen en de woning mag bij
elke woning niet meer bedragen dan 50% van het bouwperceel, inclusief de
gronden die als "Tuin" zijn aangewezen, of niet meer dan het
bestaande percentage, indien dat meer dan 50% bedraagt;
m. van bijgebouwen en overkappingen mag de
goothoogte niet meer dan
andere bouwwerken
n.
de
bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is
aangegeven:
bouwwerken |
max.
bouwhoogte |
vlaggen- en
andere masten |
|
erf- of
perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop
een gebouw |
|
overige erf- en
perceelsafscheidingen |
|
overige andere
bouwwerken |
|
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van
een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de
daarbij behorende bijgebouwen en in ieder geval niet meer dan
Naast hetgeen
daaromtrent in de Algemene gebruiksregels in artikel 23 is bepaald, moet als
strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 13.3
bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:
a.
buitenopslag
van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan
huis, en
b.
behoudens
in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de
betreffende woning.
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 1,
lid 1.16, ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:
a.
daarvoor
dringende sociaal-economische redenen bestaan,
b.
vooraf
vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
c.
het
aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.